Einde inhoudsopgave
Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom
Artikel 11 Rechten inzake verhuur
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1995
- Bronpublicatie:
15-04-1994, Trb. 1995, 130 (uitgifte: 19-07-1995, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-1995
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-04-1994, Trb. 1995, 130 (uitgifte: 19-07-1995, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Bijzondere onderwerpen
Ten minste wat computerprogramma's en cinematografische werken betreft, verleent een Lid auteurs en hun rechtsopvolgers het recht om de commerciële verhuur aan het publiek van originelen of kopieën van hun onder het auteursrecht vallende werken toe te staan of te verbieden. Een Lid is vrijgesteld van deze verplichting met betrekking tot cinematografische werken, tenzij deze verhuur heeft geleid tot het op grote schaal kopiëren van zulke werken, hetgeen een wezenlijke aantasting vormt van het uitsluitende reproduktierecht dat in dat Lid is verleend aan auteurs en hun rechtsopvolgers. Wat computerprogramma's betreft, geldt deze verplichting niet voor verhuur waarbij het programma zelf niet het eigenlijke voorwerp van de verhuur is.