Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde verordening (EU) 2022/1172 van de Commissie tot aanvulling van Verordening (EU) 2021/2116 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het geïntegreerd beheers- en controlesysteem van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en de toepassing en berekening van administratieve conditionaliteitssancties
Artikel 7 Algemene beginselen van niet-nalevingen
Geldend
Geldend vanaf 15-07-2022
- Bronpublicatie:
04-05-2022, PbEU 2022, L 183 (uitgifte: 08-07-2022, regelingnummer: 2022/1172)
- Inwerkingtreding
15-07-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-05-2022, PbEU 2022, L 183 (uitgifte: 08-07-2022, regelingnummer: 2022/1172)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
Overheidsfinanciën / EU-financiën
1.
Wanneer wordt bepaald of er sprake is van een herhaling van een niet-naleving, wordt rekening gehouden met overeenkomstig Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 640/2014 geconstateerde niet-nalevingen van de randvoorwaarden.
2.
Bij de bepaling van de ‘omvang’ van een niet-naleving wordt er met name rekening mee gehouden of de niet-naleving verstrekkende gevolgen heeft dan wel of de gevolgen tot het landbouwbedrijf zelf beperkt blijven.
3.
De ‘ernst’ van een niet-naleving is met name afhankelijk van het belang van de gevolgen van de niet-naleving, gelet op de doelstellingen van de betrokken eis of norm.
4.
Of een niet-naleving een ‘permanent’ karakter draagt, is met name afhankelijk van de lengte van de periode waarin de effecten blijven bestaan, of van de mogelijkheden om die effecten met redelijke middelen te beëindigen.
5.
Voor de toepassing van dit hoofdstuk worden niet-nalevingen geacht te zijn ‘geconstateerd’ indien deze zijn vastgesteld bij controles van welke aard ook overeenkomstig Verordening (EU) 2021/2116 of nadat ze op een andere wijze onder de aandacht van de bevoegde controleautoriteit of, in voorkomend geval, het betaalorgaan zijn gebracht.