Einde inhoudsopgave
Invoeringswet vereenvoudiging en digitalisering procesrecht
Artikel I
Geldend
Geldend vanaf 01-03-2017
- Redactionele toelichting
Op 01-09-2017 in werking getreden voor zover het betreft: vorderingsprocedures bij de rechtbanken Gelderland en Midden-Nederland, waarin partijen niet in persoon kunnen procederen en met uitzondering van procedures die worden ingesteld op grond van art. 254, 438, lid 2 t/m 5, 486, lid 1, 613, 642q en 771 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, art. 27 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, art. 122 van de Faillissementswet en de Onteigeningswet, vorderingsprocedures bij de Hoge Raad. Op 01-03-2017 in werking getreden voor zover het betreft vorderingsprocedures bij de Hoge Raad.
- Bronpublicatie:
13-07-2016, Stb. 2016, 290 (uitgifte: 21-07-2016, kamerstukken: 34212)
- Inwerkingtreding
01-03-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-01-2017, Stb. 2017, 16 (uitgifte: 31-01-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bestuursprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
Fiscaal procesrecht (V)
Burgerlijk procesrecht / Bijzondere onderwerpen
Fiscaal procesrecht / Procesorde
Bevat wijzigingen in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.