Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 806/2014 tot vaststelling van eenvormige regels en een eenvormige procedure voor de afwikkeling van kredietinstellingen en bepaalde beleggingsondernemingen in het kader van een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme en een gemeenschappelijk afwikkelingsfonds en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1093/2010
Artikel 94 Evaluatie
Geldend
Geldend vanaf 19-08-2014
- Bronpublicatie:
15-07-2014, PbEU 2014, L 225 (uitgifte: 30-07-2014, regelingnummer: 806/2014)
- Inwerkingtreding
19-08-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-07-2014, PbEU 2014, L 225 (uitgifte: 30-07-2014, regelingnummer: 806/2014)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Uiterlijk op 31 december 2018, en vervolgens om de drie jaar, brengt de Commissie een verslag uit over de toepassing van deze verordening, met bijzondere aandacht voor het monitoren van de mogelijke gevolgen voor het vlot functioneren van de interne markt. In dat verslag wordt het volgende geëvalueerd:
- a)
het functioneren en de kostenefficiëntie van het GAM, alsook het effect van de afwikkelingsactiviteiten op de belangen van de Unie als geheel en op de samenhang en de integriteit van de interne markt voor financiële diensten, met inbegrip van de mogelijke gevolgen ervan voor de structuren van de nationale bankstelsels binnen de Unie, in vergelijking met andere bankstelsels, en wat betreft de doeltreffendheid van de regelingen voor samenwerking en informatie-uitwisseling binnen het GAM, tussen het GAM en het GTM, en tussen het GAM, de nationale afwikkelingsautoriteiten, de bevoegde autoriteiten en de afwikkelingsautoriteiten van niet-deelnemende lidstaten, het volgende wordt met name beoordeeld:
- i)
of het noodzakelijk is dat de bij deze verordening aan de afwikkelingsraad, de Raad en de Commissie toegewezen functies exclusief door een onafhankelijke instelling van de Unie worden uitgeoefend en zo ja, of er wijzigingen in de betreffende bepalingen, met inbegrip van primair recht, noodzakelijk zijn;
- ii)
of samenwerking tussen het GAM, het GTM, het ESRB, de EBA, de ESMA en de Eiopa, en de andere autoriteiten die deel uitmaken van het ESFS wenselijk is;
- iii)
of de in artikel 75 bedoelde beleggingsportefeuille uit degelijke en gediversifieerde activa bestaat;
- iv)
of de band tussen overheidsschulden en bankenrisico's is verbroken;
- v)
of de governanceregelingen, waaronder de taakverdeling binnen de afwikkelingsraad en de samenstelling van de stemregeling in zowel de bestuursvergadering als de plenaire vergadering van de afwikkelingsraad en de betrekkingen van de afwikkelingsraad met de Commissie en de Raad passend zijn;
- vi)
of het referentiepunt voor de vaststelling van het streefbedrag voor het Fonds adequaat is en met name of gedekte deposito's dan wel totale uitstaande verplichtingen geen passender uitgangspunt zouden vormen en of er een absoluut minimumbedrag voor het Fonds moet worden vastgesteld om volatiliteit in de stroom van financiële middelen naar het Fonds te voorkomen en ervoor te zorgen dat de financiering van het Fonds op lange termijn stabiel en toereikend blijft;
- vii)
of het noodzakelijk is het streefbedrag voor het Fonds en de hoogte van de bijdragen te wijzigen om een gelijk speelveld in de Unie te garanderen;
- b)
de doelmatigheid van de regelingen inzake onafhankelijkheid en verantwoordingsplicht;
- c)
de interactie tussen de afwikkelingsraad en de EBA;
- d)
de interactie tussen de afwikkelingsraad en de nationale afwikkelingsautoriteiten van niet-deelnemende lidstaten en de gevolgen van het GAM voor die lidstaten en de interactie tussen de afwikkelingsraad en autoriteiten van betreffende derde landen als omschreven in artikel 2, lid 1, punt 90, van Richtlijn 2014/59/EU;
- e)
de noodzaak van het nemen van maatregelen om de insolventieprocedures voor instellingen die zijn gefaald te harmoniseren.
2.
Dit verslag wordt aan het Europees Parlement en de Raad voorgelegd. Indien nodig werkt de Commissie begeleidende voorstellen uit.
3.
Wanneer Richtlijn 2014/59/EU wordt geëvalueerd, wordt de Commissie verzocht, waar passend, ook een evaluatie van deze verordening te verrichten.