Einde inhoudsopgave
Richtlijn (EU) 2016/680 bescherming natuurlijke personen i.v.m. verwerking van persoonsgegevens door bevoegde autoriteiten met het oog op voorkoming, onderzoek, opsporing en vervolging van strafbare feiten of tenuitvoerlegging van straffen, en vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Kaderbesluit 2008/977/JBZ
Artikel 37 Doorgiften op voorwaarde van passende waarborgen
Geldend
Geldend vanaf 05-05-2016
- Bronpublicatie:
27-04-2016, PbEU 2016, L 119 (uitgifte: 04-05-2016, regelingnummer: 2016/680)
- Inwerkingtreding
05-05-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-04-2016, PbEU 2016, L 119 (uitgifte: 04-05-2016, regelingnummer: 2016/680)
- Vakgebied(en)
Privacy / Algemeen
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
1.
Bij ontbreken van een besluit uit hoofde van artikel 36, lid 3, schrijven de lidstaten voor dat een doorgifte van persoonsgegevens aan een derde land of een internationale organisatie kan plaatsvinden wanneer:
- a)
in een juridisch bindend instrument wordt voorzien in passende waarborgen voor de bescherming van persoonsgegevens; of
- b)
de verwerkingsverantwoordelijke alle omstandigheden in verband met de doorgifte van persoonsgegevens heeft beoordeeld en heeft geconcludeerd dat er passende waarborgen bestaan voor de bescherming van persoonsgegevens.
2.
De verwerkingsverantwoordelijke informeert de toezichthoudende autoriteit over de categorieën van doorgiften uit hoofde van lid 1, onder b).
3.
Indien een doorgifte is gebaseerd op lid 1, onder b), wordt deze doorgifte gedocumenteerd en wordt de documentatie desgevraagd ter beschikking van de toezichthoudende autoriteit gesteld, met inbegrip van de datum en tijd van doorgifte, informatie over de ontvangende bevoegde autoriteit, de reden voor de doorgifte en de doorgegeven persoonsgegevens zelf.