Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken
Artikel 16 [Nieuwe termijn voor rechtsmiddel na verstekvonnis]
Geldend
Geldend vanaf 10-02-1969
- Redactionele toelichting
Dit artikel is gecorrigeerd via een rectificatie (Trb. 1969, 210).
- Bronpublicatie:
15-11-1965, Trb. 1969, 55 (uitgifte: 08-04-1969, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-02-1969
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-11-1965, Trb. 1969, 55 (uitgifte: 08-04-1969, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Wanneer een stuk dat het geding inleidt of een daarmede gelijk te stellen stuk ter betekening of kennisgeving overeenkomstig de bepalingen van dit Verdrag naar het buitenland moest worden verzonden en de verweerder bij verstek werd veroordeeld, kan de rechter, indien de termijn waarbinnen een rechtsmiddel had moeten worden aangewend is verstreken, de gedaagde een nieuwe termijn toestaan binnen welke hij het rechtsmiddel alsnog kan aanwenden, mits is voldaan aan elk van de volgende voorwaarden:
- a)
de verweerder heeft niet de gelegenheid gehad zich te verweren of een rechtsmiddel aan te wenden, doordat het stuk onderscheidenlijk de beslissing hem, buiten zijn schuld, niet tijdig heeft bereikt,
- b)
de grieven van de verweerder zijn, naar het aanvankelijk oordeel van de rechter, niet van elke grond ontbloot.
2.
Het verzoek om verlening van een nieuwe termijn voor de aanwending van het rechtsmiddel is slechts ontvankelijk, indien het is ingediend binnen een redelijke termijn na het tijdstip waarop de gedaagde van de beslissing kennis heeft gekregen.
3.
Iedere Verdragsluitende Staat is bevoegd te verklaren dat het verzoek niet ontvankelijk is, indien het is ingediend na het verstrijken van de in die verklaring genoemde termijn, welke echter niet korter mag zijn dan een jaar, te rekenen van de dag waarop de beslissing is gegeven.
4.
Het bepaalde in dit artikel is niet van toepassing op beslissingen betreffende de staat van personen.