Einde inhoudsopgave
Belastingwet BES
Artikel 8.34 Samenloop boete en strafrechterlijke uitspraak
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2012. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2011
- Bronpublicatie:
22-12-2011, Stb. 2011, 640 (uitgifte: 29-12-2011, kamerstukken: 33004)
- Inwerkingtreding
01-01-2012, terugwerkend tot: 01-01-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-12-2011, Stb. 2011, 640 (uitgifte: 29-12-2011, kamerstukken: 33004)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Belastingrecht algemeen (V)
1.
Een opgelegde boete vervalt indien de belastingplichtige of inhoudingsplichtige wegens het vergrijp op grond waarvan de boete verschuldigd is, bij onherroepelijke rechterlijke uitspraak is vrijgesproken, ontslagen van rechtsvervolging of veroordeeld.
2.
De inspecteur legt een in deze afdeling bedoelde vergrijpboete niet op voor zover het niet aan opzet of grove schuld van de belastingplichtige of inhoudingsplichtige is te wijten dat te weinig belasting is geheven.
3.
Ingeval na het opleggen van een vergrijpboete blijkt dat de grondslag daarvoor ontbreekt maar wel een grondslag aanwezig is voor een verzuimboete, kan deze lagere boete daarvoor in de plaats worden gesteld. De reeds opgelegde boete wordt dan verminderd tot het bedrag van de verzuimboete.