Einde inhoudsopgave
Richtlijn (EU) 2019/944 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot wijziging van Richtlijn 2012/27/EU
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 04-07-2019
- Bronpublicatie:
05-06-2019, PbEU 2019, L 158 (uitgifte: 14-06-2019, regelingnummer: 2019/944)
- Inwerkingtreding
04-07-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-06-2019, PbEU 2019, L 158 (uitgifte: 14-06-2019, regelingnummer: 2019/944)
- Vakgebied(en)
Energierecht / Europees energierecht
EU-recht / Marktintegratie
Milieurecht / Energie
Energierecht / Energieopwekking
Energierecht / Distributie
(herschikking)
(Voor de EER relevante tekst)
Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot wijziging van Richtlijn 2012/27/EU
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 194, lid 2,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),
Gezien het advies van het Comité van de Regio's (2),
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (3),
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
Richtlijn 2009/72/EG van het Europees Parlement en de Raad moet op verscheidene punten ingrijpend worden gewijzigd (4). Ter wille van de duidelijkheid dient tot herschikking van die richtlijn te worden overgegaan.
- (2)
De interne markt voor elektriciteit, die sinds 1999 geleidelijk is ingevoerd in de hele Unie, heeft tot doel om, door concurrerende elektriciteitsmarkten te organiseren over de landgrenzen heen, een echte keuzevrijheid te bieden aan alle eindafnemers in de Unie, zowel particulieren als ondernemingen, nieuwe mogelijkheden voor economische groei te creëren, concurrerende tarieven, efficiënte investeringssignalen en een betere dienstverlening te bewerkstelligen, alsmede bij te dragen tot de voorzieningszekerheid en de duurzaamheid van de economie.
- (3)
Richtlijn 2003/54/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2009/72/EG(5) hebben aanzienlijk bijgedragen tot de totstandbrenging van een dergelijke interne markt voor elektriciteit. Het energiesysteem van de Unie ondergaat op dit moment echter een diepgaande verandering. Het gemeenschappelijke doel om het energiesysteem koolstofvrij te maken schept nieuwe kansen en uitdagingen voor marktdeelnemers. Tegelijkertijd maken technologische ontwikkelingen nieuwe vormen van consumentendeelname en grensoverschrijdende samenwerking mogelijk. De marktregels van de Unie moeten worden aangepast aan een nieuwe marktrealiteit.
- (4)
In de mededeling van de Commissie van 25 februari 2015, getiteld ‘Een kaderstrategie voor een schokbestendige energie-unie met een toekomstgericht beleid inzake klimaatverandering’, wordt een visie voor de energie-unie uiteengezet, waarin de burger centraal staat, inspraak heeft in en controle heeft over de energietransitie, van de nieuwe technologieën profiteert in de vorm van een lagere energierekening en een actieve marktdeelnemer is, en waarin kwetsbare consumenten bescherming krijgen.
- (5)
In de mededeling van de Commissie van 15 juli 2015, getiteld ‘Een ‘new deal’ voor energieconsumenten’, is de visie van de Commissie voor een detailhandelsmarkt uiteengezet die de energieconsumenten beter bedient, onder meer door de groothandels- en detailhandelsmarkten beter aan elkaar te koppelen. Door te profiteren van nieuwe technologieën en nieuwe en innovatieve energiedienstverleners moeten alle consumenten volledig kunnen deelnemen aan de energietransitie en met energie-efficiënte oplossingen hun verbruik beheren, waardoor zij geld besparen en bijdragen aan de algehele verlaging van het energieverbruik.
- (6)
In de mededeling van de Commissie van 15 juli 2015, getiteld ‘Startsein voor een openbare raadpleging over de nieuwe opzet van de energiemarkt’, is benadrukt dat de verschuiving van productie in grote centrale productie-installaties naar gedecentraliseerde productie van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen en naar koolstofvrije markten een aanpassing van de huidige regels voor de handel in elektriciteit en wijziging van de bestaande rollen op de markt vereist. In die mededeling werd benadrukt dat elektriciteitsmarkten moeten worden georganiseerd op een meer flexibele wijze waarin alle marktdeelnemers worden geïntegreerd, met inbegrip van de producenten van hernieuwbare energie, nieuwe energiedienstverleners, energieopslag en flexibele vraag. Het is even belangrijk dat de Unie dringend investeert in interconnectie op Unieniveau met het oog op de overdracht van energie door middel van hoogspanningstransmissiesystemen voor elektriciteit.
- (7)
Met het oog op de totstandbrenging van de interne markt voor elektriciteit moeten de lidstaten de integratie van hun nationale markten en samenwerking tussen systeembeheerders op Europees en regionaal niveau stimuleren, en de in de Unie nog altijd bestaande geïsoleerde systemen, die elektriciteitseilanden vormen, integreren.
- (8)
Naast het aanpakken van de nieuwe uitdagingen beoogt de richtlijn ook hardnekkige belemmeringen voor de voltooiing van interne markt voor elektriciteit weg te nemen. Het verfijnd regelgevingskader moet bijdragen aan het overwinnen van de bestaande problemen van gefragmenteerde nationale markten die nog vaak worden bepaald door veelvuldig regulerend optreden. Dergelijk optreden heeft ertoe geleid dat de levering van elektriciteit op gelijke voorwaarden wordt verhinderd en dat de kosten hoger zijn dan wanneer oplossingen worden gekozen waarbij grensoverschrijdend wordt samengewerkt op basis van marktbeginselen.
- (9)
De Unie zou haar doelstellingen voor hernieuwbare energie op de meest doeltreffende wijze kunnen verwezenlijken door een marktkader te scheppen dat flexibiliteit en innovatie beloont. Een goed functionerende structuur van de elektriciteitsmarkt is een doorslaggevende factor om te kunnen overstappen op hernieuwbare energie.
- (10)
Consumenten moeten een essentiële rol spelen in de totstandbrenging van de nodige flexibiliteit om het elektriciteitssysteem aan te passen aan variabele en gedistribueerde, hernieuwbare elektriciteitsproductie. Technologische vooruitgang bij het netbeheer en de productie van hernieuwbare elektriciteit heeft de consument veel kansen geboden. Gezonde concurrentie op de detailhandelsmarkten is van essentieel belang om te zorgen voor de marktgestuurde invoering van innovatieve nieuwe diensten die inspelen op de veranderende behoeften en mogelijkheden van de consument, terwijl de flexibiliteit van het systeem wordt vergroot. Door het feit dat consumenten geen realtime- of bijna-realtime-informatie ontvangen over hun energieverbruik, kunnen ze echter niet actief deelnemen aan de energiemarkt en de energietransitie. Door het de consument mogelijk te maken en hem de nodige instrumenten aan te reiken om, meer en op nieuwe manieren aan de energiemarkt deel te nemen, is het de bedoeling dat burgers in de Unie profiteren van de interne markt voor elektriciteit en dat de streefcijfers van de Unie op het gebied van hernieuwbare energie worden gehaald.
- (11)
De vrijheden die de burgers van de Unie in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) worden gegarandeerd, onder meer het vrij verkeer van goederen, de vrijheid van vestiging en de vrijheid van dienstverlening, kunnen evenwel enkel verwezenlijkt worden in een volledig opengestelde markt waarop alle consumenten hun leveranciers vrijelijk kunnen kiezen en alle leveranciers vrijelijk aan hun afnemers leveren.
- (12)
De bevordering van eerlijke concurrentie en gemakkelijke toegang voor verschillende leveranciers is voor de lidstaten van het grootste belang, willen de consumenten ten volle kunnen profiteren van de voordelen van een geliberaliseerde interne markt voor elektriciteit. Er kan niettemin sprake blijven van marktfalen in perifere kleine elektriciteitssystemen en in niet met andere lidstaten verbonden systemen, waarbij elektriciteitsprijzen niet het juiste signaal afgeven om investeringen te stimuleren, en derhalve specifieke oplossingen vereisen om te zorgen voor een voldoende niveau van voorzieningszekerheid.
- (13)
Om de mededinging en de levering van elektriciteit tegen de meest concurrerende prijs te verzekeren, moeten de lidstaten en de regulerende instanties grensoverschrijdende toegang voor nieuwe leveranciers van elektriciteit afkomstig van diverse energiebronnen en voor nieuwe aanbieders van productie, energieopslag en van vraagrespons makkelijker maken.
- (14)
De lidstaten moeten erop toezien dat er op de interne markt voor elektriciteit geen onnodige belemmeringen bestaan voor de toegang tot, de werking op en het verlaten van de markt. Tevens moet duidelijk zijn dat deze bepaling geen afbreuk doet aan de bevoegdheid waarover de lidstaten ten aanzien van derde landen beschikken. Die verduidelijking mag niet worden opgevat als de mogelijkheid voor een lidstaat om de exclusieve bevoegdheid van de Unie uit te oefenen. Tevens moet worden verduidelijkt dat marktdeelnemers uit derde landen die op de interne markt actief zijn, het toepasselijke Unie- en nationaal recht moeten naleven op dezelfde wijze als alle andere marktdeelnemers.
- (15)
Marktregels maken het toetreden tot en het verlaten van de markt voor producenten en -leveranciers mogelijk op basis van hun beoordeling van de economische en financiële levensvatbaarheid van hun activiteiten. Dit beginsel is niet onverenigbaar met de mogelijkheid van lidstaten om in het algemeen economisch belang openbaredienstverplichtingen op te leggen aan bedrijven werkzaam in de elektriciteitssector in overeenstemming met de Verdragen, en met name artikel 106 VWEU, en met deze richtlijn en Verordening (EU) 2019/943 van het Europees Parlement en de Raad (6).
- (16)
De Europese Raad van 23 en 24 oktober 2014 verklaarde in zijn dat de Commissie met steun van de lidstaten voortvarend maatregelen moet treffen om een minimumstreefcijfer van 10 % op het gebied van de interconnectie van elektriciteit te verwezenlijken, zo spoedig mogelijk maar uiterlijk in 2020, voor ten minste de lidstaten die nog geen minimumniveau van integratie in de interne energiemarkt hebben bereikt, dat wil zeggen voor de Baltische Staten, Portugal en Spanje, en voor de lidstaten die het belangrijkste toegangspunt tot de interne energiemarkt van deze landen vormen. Daarnaast verklaarde de Europese Raad dat de Commissie tevens regelmatig verslag uit moet brengen aan de Europese Raad, met als doel uiterlijk in 2030 het streefcijfer van 15 % te halen.
- (17)
Toereikende fysieke interconnectie met buurlanden is belangrijk om de lidstaten en de buurlanden in staat te stellen te profiteren van de positieve effecten van de interne markt, zoals wordt benadrukt in de mededeling van de Commissie van 23 november 2017, getiteld ‘Mededeling over het versterken van de energienetten van Europa’, en zoals weergegeven in de geïntegreerde nationale energie- en klimaatplannen uit hoofde van Verordening (EU) 2018/1999 van het Europees Parlement en de Raad (7).
- (18)
Elektriciteitsmarkten verschillen van andere markten, zoals de markten voor aardgas, bijvoorbeeld door de verhandeling van producten die op dit moment niet gemakkelijk kunnen worden opgeslagen en die worden geproduceerd door gebruik van een breed scala aan productie-installaties, waaronder gedistribueerde productie. Dit komt naar voren in verschillende benaderingen van de manier waarop interconnectoren in de elektriciteits- en gassector worden behandeld in de regelgeving. De integratie van elektriciteitsmarkten vergt intensieve samenwerking tussen systeembeheerders, marktdeelnemers en regulerende instanties, vooral als de elektriciteit wordt verhandeld via marktkoppeling.
- (19)
Tot gemeenschappelijke regels komen voor een werkelijke interne markt en een ruime en voor iedereen toegankelijke elektriciteitsvoorziening moet eveneens een van de belangrijkste doelstellingen van deze richtlijn vormen. Hiertoe zouden onvervalste marktprijzen een prikkel voor grensoverschrijdende interconnecties en voor investeringen in nieuwe elektriciteitsproductie bieden, terwijl ze op langere termijn tot prijsconvergentie leiden.
- (20)
De marktprijzen dienen de juiste stimulans te bieden voor de ontwikkeling van het netwerk en voor investering in nieuwe elektriciteitsproductie.
- (21)
Er bestaan verschillende types van marktorganisatie op de interne markt voor elektriciteit. De maatregelen die de lidstaten uit hoofde van deze richtlijn kunnen nemen om voor gelijke mededingingsvoorwaarden te zorgen, moeten gebaseerd zijn op dwingende redenen van algemeen belang. Over de vraag of maatregelen verenigbaar zijn met het VWEU en ander Unierecht moet de Commissie worden geraadpleegd.
- (22)
De lidstaten moeten een ruime discretionaire bevoegdheid in stand houden om aan elektriciteitsbedrijven openbaredienstverplichtingen op te leggen bij het nastreven van doelstellingen van algemeen economisch belang. De lidstaten moeten ervoor zorgen dat huishoudelijke afnemers, en, indien de lidstaten dat dienstig achten, kleine ondernemingen, het recht hebben om tegen duidelijk vergelijkbare, transparante en concurrerende prijzen van elektriciteit van een bepaalde kwaliteit te worden voorzien. Niettemin vormen openbaredienstverplichtingen die de vorm aannemen van prijsstelling voor de elektriciteitslevering, fundamenteel een verstorende maatregel die vaak leidt tot de accumulatie van tarieftekorten, de beperking van de keuze van de consument, minder stimulansen voor investeringen in energiebesparing en energie-efficiëntie, lagere dienstverleningsnormen, een lager niveau van betrokkenheid en tevredenheid van consumenten, en de beperking van de mededinging, alsook tot minder aanbod van innovatieve producten en diensten op de markt. De lidstaten moeten derhalve andere beleidsinstrumenten toepassen, en dan met name de gerichte sociale beleidsmaatregelen, om ervoor te zorgen dat de burgers van betaalbare elektriciteit voorzien kunnen blijven worden. Overheidsingrijpen in de prijsstelling voor de levering van electriciteit mag alleen als openbaredienstverplichtingen worden toegepast onder bepaalde en moeten aan in deze richtlijn gespecificeerde voorwaarden onderworpen zijn. Een volledig geliberaliseerde, goed functionerende retailmarkt voor elektriciteit zou de concurrentie op prijs en op andere punten dan prijs onder bestaande leveranciers stimuleren en zou stimulansen moeten bieden aan nieuwe deelnemers op de markt, waardoor de keuze en de tevredenheid van de consument verbetert.
- (23)
Openbaredienstverplichtingen die de vorm van prijsstelling voor de elektriciteitsvoorziening aannemen, moeten worden gebruikt zonder afbreuk te doen aan het beginsel van open markten, in duidelijk omschreven omstandigheden, ten aanzien van duidelijk omschreven begunstigden, en moeten beperkt zijn in duur. Deze omstandigheden kunnen zich bijvoorbeeld voordoen wanneer voorziening drastisch wordt ingeperkt, hetgeen aanleiding geeft tot aanzienlijk hogere elektriciteitsprijzen dan normaal, of in het geval van een marktfalen wanneer het ingrijpen door regulerende instanties en mededingingsautoriteiten niet doeltreffend is gebleken. Daardoor zouden huishoudens onevenredig hard worden getroffen, en met name kwetsbare afnemers die doorgaans een groter aandeel van hun beschikbare inkomen aan energierekeningen besteden dan consumenten met een hoog inkomen. Om de verstorende effecten van openbaredienstverplichtingen bij de prijsstelling voor de elektriciteitsvoorziening te beperken, moeten de lidstaten die op deze manier ingrijpen aanvullende maatregelen treffen, waaronder maatregelen om te voorkomen dat de prijsstelling voor groothandelsmarkten wordt verstoord. De lidstaten moeten er tevens voor zorgen dat alle begunstigden van gereguleerde prijzen ten volle profijt kunnen trekken van de aanbiedingen op de concurrerende markt indien zij dit wensen. De begunstigden moeten daartoe worden uitgerust met slimme-metersystemen en toegang hebben tot contracten op basis van een dynamische elektriciteitsprijs. Bovendien moeten zij rechtstreeks en op gezette tijden worden geïnformeerd over de beschikbare aanbiedingen en besparingsmogelijkheden op de concurrerende markt, in het bijzonder wat betreft contracten op basis van dynamische elektriciteitsprijs, en hulp krijgen om te reageren pen te kunnen profiteren van marktgebaseerde aanbiedingen.
- (24)
Het recht van begunstigden van gereguleerde prijzen om zonder extra kosten individuele slimme meters te ontvangen, mag de lidstaten niet beletten om de functionaliteit van slimme-metersystemen te wijzigen wanneer er geen infrastructuur voor slimme meters bestaat, aangezien de kosten-batenanalyse met betrekking tot de invoering van slimme-metersystemen negatief was.
- (25)
Overheidsingrijpen in de prijsstelling van de elektriciteitsvoorziening mogen niet leiden tot directe kruissubsidiëring tussen verschillende categorieën afnemers. Volgens dit beginsel mogen prijssystemen bepaalde categorieën afnemers niet expliciet verplichten de kosten te dragen van prijsingrepen die andere categorieën afnemers beïnvloeden. Zo mag een prijsstelsel waarin de kosten op niet-discriminerende wijze worden gedragen door leveranciers of andere beheerders niet worden beschouwd als directe kruissubsidiëring.
- (26)
Teneinde de handhaving van de hoge normen van de openbare dienstverlening in de Unie te waarborgen, moet de Commissie op gezette tijden in kennis worden gesteld van alle door de lidstaten genomen maatregelen ter verwezenlijking van de doelstellingen van deze richtlijn. De Commissie moet op gezette tijden een verslag publiceren waarin de op nationaal niveau genomen maatregelen ter verwezenlijking van de doelstellingen van openbare dienstverlening worden geanalyseerd en de doelmatigheid ervan wordt vergeleken, teneinde aanbevelingen te kunnen doen betreffende maatregelen die op nationaal niveau moeten worden genomen om een hoog peil van openbare dienstverlening te bereiken.
- (27)
De lidstaten moeten een noodleverancier kunnen aanwijzen. Die leverancier kan de verkoopafdeling zijn van een verticaal geïntegreerd bedrijf dat ook distributiefuncties heeft, mits de ontvlechtingsvoorschriften van deze richtlijn worden nageleefd.
- (28)
De maatregelen van de lidstaten om de doelstellingen inzake sociale en economische cohesie te verwezenlijken moeten met name adequate economische stimulansen kunnen behelzen waarbij, indien nodig, bestaande nationale instrumenten en instrumenten van de Unie worden gebruikt. Tot die instrumenten kunnen ook aansprakelijkheidsmechanismen, die de nodige investeringen moeten garanderen, behoren.
- (29)
Voor zover de door de lidstaten genomen maatregelen ter vervulling van openbaredienstverplichtingen, steunmaatregelen van de staten, in de zin van artikel 107, lid 1, van het VWEU vormen, moeten zij uit hoofde van artikel 108, lid 3, van het VWEU ter kennis van de Commissie worden gebracht.
- (30)
Sectoroverschrijdend recht biedt een sterke basis voor consumentenbescherming voor een breed scala aan energiediensten die reeds bestaan, en zal waarschijnlijk evolueren. Niettemin moeten bepaalde contractuele basisrechten van de afnemers duidelijk worden omschreven.
- (31)
De consumenten moeten kunnen beschikken over duidelijke en begrijpelijke informatie over hun rechten ten aanzien van de energiesector. De Commissie heeft na raadpleging van de relevante belanghebbenden, waaronder lidstaten, regulerende instanties, consumentenorganisaties en elektriciteitsbedrijven, een checklist voor energieconsumenten opgesteld met praktische informatie voor de consument over zijn rechten. Deze checklist dient te worden bijgehouden, aan alle consumenten te worden uitgereikt en algemeen beschikbaar te zijn.
- (32)
Verschillende factoren verhinderen dat consumenten toegang hebben tot de verschillende bronnen van marktinformatie die hun ter beschikking staan, en dat zij deze informatie begrijpen en ernaar handelen. Daaruit volgt dat de vergelijkbaarheid van het aanbod moet worden verbeterd en de factoren die overstappen bemoeilijken zoveel mogelijk moeten worden beperkt zonder de keuze van de consument onnodig te beperken.
- (33)
Kleinere afnemers moeten, wanneer zij overstappen op een andere leverancier, direct of indirect, nog steeds een flink aantal verschillende vergoedingen betalen. Die vergoedingen maken het moeilijker te berekenen wat het beste product of de beste dienst is en nemen het onmiddellijke financiële voordeel van overstappen weg. Hoewel het afschaffen van dergelijke vergoedingen de keuze van de consument zou kunnen beperken doordat producten die gebaseerd zijn op het belonen van consumententrouw niet langer worden aangeboden, zou het beperken van het verdere gebruik ervan het welzijn en de betrokkenheid van de consument en de concurrentie op de markt verbeteren.
- (34)
Kortere overstaptijden zetten consumenten er waarschijnlijk toe aan om te zoeken naar betere energiecontracten en over te stappen op een andere leverancier. Het toegenomen gebruik van informatietechnologie moet het mogelijk maken dat uiterlijk in 2026 het technische overstapproces waarbij een nieuwe leverancier op een meetpunt bij de marktdeelnemer wordt geregistreerd, op werkdagen normaliter binnen 24 uur wordt afgerond. Niettegenstaande de andere fasen die in het overstapproces moeten worden doorlopen voordat met het technische overstapproces kan worden begonnen, draagt de garantie dat dit technische overstapproces uiterlijk op die datum binnen 24 uur kan plaatsvinden, ertoe bij dat de overstaptijd tot een minimum wordt beperkt, hetgeen mede leidt tot een grotere betrokkenheid van de consument en tot concurrentie op detailhandelsniveau. Hoe dan ook mag het overstapproces in totaal niet meer dan drie weken in beslag nemen vanaf de datum van de aanvraag van de afnemer.
- (35)
Met behulp van onafhankelijke vergelijkingsinstrumenten, waaronder websites, kunnen kleinere afnemers op een doeltreffende manier de verdiensten van de verschillende op de markt beschikbare energieaanbiedingen beoordelen. Zulke zoekinstrumenten verlagen de opzoekkosten, aangezien de afnemers niet langer informatie hoeven te verzamelen van individuele leveranciers en dienstverleners. Dergelijke instrumenten kunnen ervoor zorgen dat de informatie die wordt geboden niet alleen duidelijk en beknopt, maar ook volledig en uitvoerig is. Zij moeten trachten een zo breed mogelijk scala aan op de markt beschikbaar aanbod te tonen en de markt zo volledig mogelijk te dekken, zodat de afnemer een representatief overzicht krijgt. Het is van wezenlijk belang dat kleine afnemers toegang hebben tot ten minste één vergelijkingsinstrument en dat de informatie die via dergelijke instrumenten wordt verstrekt, betrouwbaar, onpartijdig en transparant is. De lidstaten kunnen hiertoe voorzien in een vergelijkingsinstrument dat wordt beheerd door een nationale instantie of een particuliere onderneming.
- (36)
Efficiënte en voor alle consumenten toegankelijke onafhankelijke buitengerechtelijke geschillenbeslechtingsmechanismen, zoals een energieombudsman, een consumentenorganisatie of een regulerende instantie, zijn een garantie voor betere consumentenbescherming. De lidstaten moeten voorzien in procedures voor een snelle en doeltreffende afhandeling van klachten.
- (37)
Alle consumenten moeten rechtstreeks kunnen deelnemen aan de markt, met name door hun verbruik aan te passen aan de marktsignalen, en in ruil daarvoor moeten zij kunnen profiteren van lagere elektriciteitsprijzen of andere stimulerende vergoedingen. De voordelen van dergelijke actieve deelname zullen mettertijd waarschijnlijk toenemen aangezien normaalgesproken passieve consumenten zich bewuster worden van hun mogelijkheden als actieve afnemers en de informatie over de mogelijkheden van actieve deelname beter toegankelijk en bekend worden. Consumenten moeten aan alle vormen van vraagrespons kunnen deelnemen. Zij moeten daarom kunnen profiteren van contracten op basis van een dynamische elektriciteitsprijs en de volledige invoering van slimme-metersystemen en, waar dergelijke invoering negatief is beoordeeld, moeten zij kunnen kiezen voor een slimme-metersysteem en een dynamische-elektriciteitsprijscontract. Dit zou hen in staat moeten stellen hun verbruik aan te passen aan de realtime prijssignalen die de waarde en de kosten van elektriciteit in verschillende tijdvakken weerspiegelen, terwijl de lidstaten ervoor moeten zorgen dat de blootstelling van consumenten aan groothandelsprijsrisico redelijk is. Consumenten moeten worden geïnformeerd over de voordelen en mogelijke prijsrisico's van contracten op basis van een dynamische elektriciteitsprijs. De lidstaten moeten er ook voor zorgen dat de consumenten die ervoor kiezen niet actief deel te nemen aan de markt, niet worden benadeeld. In plaats daarvan moet hun vermogen tot geïnformeerde besluitvorming over de voor hen beschikbare opties worden vergemakkelijkt op een manier die het best aansluit bij de omstandigheden op de binnenlandse markt.
- (38)
Teneinde de voordelen en doeltreffendheid van een dynamische prijsstelling voor elektriciteit te optimaliseren, moeten de lidstaten beoordelen wat de mogelijkheden zijn om het aandeel van vaste componenten van elektriciteitsrekeningen te verminderen of dynamischer te maken, en als die mogelijkheden bestaan, passende maatregelen nemen.
- (39)
Alle groepen afnemers (industriële en commerciële afnemers en huishoudens) moeten toegang hebben tot de elektriciteitsmarkten om hun flexibiliteit en door henzelf opgewekte elektriciteit te verhandelen. Afnemers moet worden toegestaan ten volle gebruik te maken van de voordelen van de aggregatie van productie en levering in grotere regio's en te profiteren van grensoverschrijdende concurrentie. Marktdeelnemers die aan aggregatie doen zullen waarschijnlijk een belangrijke rol spelen als intermediair tussen groepen afnemers en de markt. De lidstaten moeten het passende uitvoeringsmodel en de juiste governancebenadering voor onafhankelijke aggregatie vrij kunnen kiezen, zij het met inachtneming van de in deze richtlijn geformuleerde algemene beginselen. Tot een dergelijk model of benadering kan het kiezen van marktgebaseerde of regelgevende beginselen behoren die oplossingen bieden om te voldoen aan deze richtlijn, zoals modellen aan de hand waarvan onbalansen worden verrekend of perimetercorrecties worden ingevoerd. Het gekozen model moet transparante en eerlijke regels bevatten om onafhankelijke aankoopgroeperingen in staat te stellen hun rol als intermediair te vervullen en ervoor te zorgen dat de eindafnemer op passende wijze profijt trekt van hun activiteiten. Producten moeten op alle elektriciteitsmarkten, met inbegrip van markten voor ondersteunende diensten en capaciteit, zodanig worden gedefinieerd dat de deelname van vraagrespons wordt gestimuleerd.
- (40)
In de mededeling van de Commissie van 20 juli 2016, getiteld ‘Europese strategie voor emissiearme mobiliteit’, wordt benadrukt dat de vervoerssector koolstofvrij moet worden gemaakt, en dat de uitstoot daarvan met name in stedelijke gebieden moet worden verminderd, en benadrukt de belangrijke rol die elektromobiliteit kan spelen bij het halen van deze doelstellingen. De uitrol van elektromobiliteit vormt bovendien een belangrijk element in de energietransitie. De in deze richtlijn vastgestelde marktregels zouden derhalve moeten bijdragen aan het scheppen van gunstige voorwaarden voor alle soorten elektrische voertuigen. Met name moeten zij de daadwerkelijke plaatsing van openbaar toegankelijke en particuliere oplaadpunten voor elektrische voertuigen waarborgen en zorgen voor de efficiënte integratie van het opladen van voertuigen in het systeembeheer.
- (41)
Vraagrespons vervult een spilfunctie om het slim opladen van elektrische voertuigen mogelijk te maken en maakt daarbij de efficiënte integratie van elektrische voertuigen in het elektriciteitsnet mogelijk, hetgeen van cruciaal belang zal zijn voor het proces om vervoer koolstofvrij te maken.
- (42)
De consumenten moeten in staat zijn door henzelf opgewekte elektriciteit te verbruiken, op te slaan en te verkopen en deel te nemen aan alle elektriciteitsmarkten door het systeem van flexibiliteit te voorzien, bijvoorbeeld door energieopslag, zoals opslag door of met gebruik van elektrische voertuigen, door middel van vraagrespons of door middel van energie-efficiëntieregelingen. Nieuwe technologische ontwikkelingen zullen deze activiteiten in de toekomst vergemakkelijken. Er bestaan echter wettelijke en handelsbarrières, bijvoorbeeld disproportionele vergoedingen voor intern verbruikte elektriciteit, verplichtingen om zelf opgewekte elektriciteit in het energiesysteem in te voeren, administratieve lasten zoals die voor consumenten die zelf elektriciteit opwekken en deze aan het systeem verkopen, om aan de eisen voor leveranciers te voldoen, enz. Dergelijke obstakels die consumenten ervan weerhouden zelf elektriciteit op te wekken en de door henzelf opgewekte elektriciteit te verbruiken, op te slaan of aan de markt te verkopen, moeten worden weggenomen, terwijl ervoor moet worden gezorgd dat dergelijke consumenten wel voldoende bijdragen aan de systeemkosten. De lidstaten moeten in hun nationale recht kunnen beschikken over verschillende bepalingen met betrekking tot belastingen en heffingen voor individuele en gezamenlijk optredende actieve afnemers, alsmede voor huishoudelijke en andere eindafnemers.
- (43)
Gedistribueerde energietechnologieën en empowerment van consumenten hebben van gemeenschapsenergie een doeltreffende en kostenefficiënte manier gemaakt om aan de behoeften en verwachtingen van burgers ten aanzien van energiebronnen, diensten en lokale deelname te voldoen. Gemeenschapsenergie biedt alle consumenten een inclusieve optie om een rechtstreeks aandeel te hebben in de productie, het verbruik of het delen van energie. Gemeenschapsenergie-initiatieven zijn in de eerste plaats gericht op het leveren van betaalbare energie van een bepaalde soort, zoals hernieuwbare energie, aan hun leden of aandeelhouders, en geven niet zozeer prioriteit aan het maken van winst, zoals traditionele energiebedrijven. Door consumenten rechtstreeks te betrekken tonen gemeenschapsenergie-initiatieven hun potentieel om de introductie van nieuwe technologieën en verbruikspatronen, met inbegrip van slimme distributienetten en vraagrespons, op een geïntegreerde manier ingang te doen vinden. Gemeenschapsenergie kan ook de energie-efficiëntie op het niveau van huishoudelijke afnemers bevorderen en energie-armoede helpen bestrijden via beperking van het verbruik en lagere leveringstarieven. Ook maakt gemeenschapsenergie het sommige groepen huishoudelijke afnemers, die dat anders wellicht niet hadden kunnen doen, mogelijk deel te nemen aan de elektriciteitsmarkten. Waar dergelijke initiatieven succesvol zijn geweest, hebben zij economische, sociale en een milieuwinsten opgeleverd voor de gemeenschap die verder gaan dan louter de voordelen van het verlenen van energiediensten. Deze richtlijn heeft ten doel bepaalde categorieën burgerinitiatieven inzake energie op Unie niveau als ‘energiegemeenschap van burgers’ te erkennen en hun zo een ondersteunend kader, een eerlijke behandeling, gelijke mededingingsvoorwaarden en een welomschreven lijst van rechten en verplichtingen te bieden. Het moet huishoudelijke afnemers worden toegestaan vrijwillig deel te nemen aan een gemeenschapsenergie-initiatief, maar ook om dat te verlaten, zonder de toegang tot het door het gemeenschapsenergie-initiatief beheerde netwerk of hun rechten als consument te verliezen. Toegang tot het netwerk van een energiegemeenschap van burgers moet worden verleend op eerlijke voorwaarden die de kosten weerspiegelen.
- (44)
Lidmaatschap van een energiegemeenschap van burgers moet open staan voor alle categorieën entiteiten. De beslissingsbevoegdheden binnen een energiegemeenschap van burgers moeten echter beperkt blijven tot de leden of aandeelhouders die niet betrokken zijn bij grootschalige commerciële activiteiten en voor wie de energiesector niet de voornaamste economische activiteit vormt. Energiegemeenschappen van burgers worden beschouwd als een categorie van een samenwerkingsverband tussen burgers of lokale actoren waarvoor erkenning en bescherming uit hoofde van het recht van de Unie moeten gelden. De bepalingen betreffende energiegemeenschappen van burgers laten andere burgerinitiatieven, zoals burgerinitiatieven die voortkomen uit privaatrechtelijke overeenkomsten, onverlet. Daarom moeten de lidstaten erin kunnen voorzien dat energiegemeenschappen van burgers om het even welke entiteitsvorm aannemen, bijvoorbeeld die van een vereniging, coöperatie, vennootschap, non-profitorganisatie of een kleine of middelgrote onderneming, mits een dergelijke entiteit in eigen naam rechten mag uitoefenen en verplichtingen opgelegd kan krijgen.
- (45)
De bepalingen van deze richtlijn inzake energiegemeenschappen van burgers voorzien in rechten en verplichtingen die mogelijks[lees: mogelijk] worden afgeleid van andere, bestaande rechten en verplichtingen, zoals de vrijheid van overeenkomst, het recht om over te stappen op een andere leverancier, de verantwoordelijkheden van de distributiesysteembeheerder, de regels inzake nettarieven, en balanceringsverplichtingen.
- (46)
Energiegemeenschappen van burgers vormen een nieuw soort entiteit vanwege hun deelnamestructuur, governancevoorschriften en doel. Op de markt moeten zij onder gelijke mededingingsvoorwaarden kunnen opereren zonder de mededinging te vervalsen, en de rechten en verplichtingen die van toepassing zijn op de andere elektriciteitsbedrijven op de markt, moeten op niet-discriminerende en evenredige wijze worden toegepast op energiegemeenschappen van burgers. Die rechten en verplichtingen moeten van toepassing zijn naargelang de rol van elke gemeenschap, bijvoorbeeld de rol van eindafnemer, producent, leverancier of distributiesysteembeheerder. Energiegemeenschappen van burgers mogen niet te maken krijgen met regelgevende beperkingen wanneer zij bestaande of toekomstige informatie- en communicatietechnologieën toepassen om op grond van marktbeginselen elektriciteit geproduceerd met gebruikmaking van productie-activa binnen een energiegemeenschap van burgers tussen de leden of aandeelhouders te verdelen, bijvoorbeeld door verrekening van de energiecomponent van de leden of aandeelhouders die de binnen de gemeenschap beschikbare productie gebruiken, ook via het openbare net, mits beide meetpunten toebehoren aan de gemeenschap. Dankzij delen kan elektriciteit uit productie-installaties binnen de gemeenschap aan leden of aandeelhouders worden geleverd zonder dat zij zich in de onmiddellijke fysieke nabijheid van de productie-installatie of achter één meetpunt bevinden. Het delen van elektriciteit mag geen gevolgen hebben voor de inning van nettarieven, heffingen en vergoedingen die verband houden met elektriciteitsstromen. Delen moet worden bevorderd met inachtneming van de verplichtingen en correcte termijnen met betrekking tot balancering, meting en betaling. De bepalingen van deze richtlijn inzake energiegemeenschappen van burgers doen geen afbreuk aan de bevoegdheid van de lidstaten om beleid inzake de energiesector met betrekking tot nettarieven, heffingen en vergoedingen, of de financieringssystemen en kostendeling in de energiesector, te bepalen en uit te voeren, mits dat beleid niet-discriminerend en rechtmatig is.
- (47)
De lidstaten zijn op grond van deze richtlijn bevoegd energiegemeenschappen van burgers toe te staan distributiesysteembeheerders te worden, hetzij in het kader van de algemene regeling, hetzij als ‘beheerder van een gesloten distributiesysteem’. Zodra een energiegemeenschap van burgers de status van distributiesysteembeheerder krijgt, moet deze worden behandeld, en aan dezelfde verplichtingen worden onderworpen, als distributiesysteembeheerders. In de bepalingen van deze richtlijn inzake energiegemeenschappen van burgers wordt slechts een aantal aspecten van distributiesysteembeheer verduidelijkt die relevant kunnen zijn voor energiegemeenschappen van burgers, terwijl andere aspecten van distributiesysteembeheer van toepassing zijn overeenkomstig de regels inzake distributiesysteembeheerders.
- (48)
Elektriciteitsrekeningen zijn een belangrijk middel om eindafnemers te informeren. Zij kunnen behalve het verstrekken van gegevens over verbruik en kosten ook andere informatie geven die consumenten helpt hun huidige regeling te vergelijken met dat van andere aanbieders. Geschillen over rekeningen vormen echter een zeer gebruikelijke bron van klachten van consumenten, en dus een factor die bijdraagt tot de permanent lage percentages consumententevredenheid en betrokkenheid bij de elektriciteitssector. Daarom moeten rekeningen duidelijker en gemakkelijker te begrijpen zijn, en moet ervoor worden gezorgd dat er op de rekeningen en in de factureringsinformatie duidelijk de aandacht wordt gevestigd op een beperkt aantal belangrijke gegevens die nodig zijn om consumenten in staat te stellen hun energieverbruik te reguleren, het aanbod te vergelijken en over te stappen op een andere leverancier. Overige gegevens moeten aan de eindafnemer beschikbaar worden gesteld op, bij of als verwijzing op zijn facturen. Dergelijke gegevens moeten worden weergegeven op de factuur of in een afzonderlijk aan de factuur gehecht document, of de factuur moet een verwijzing bevatten naar de plaats waar de eindafnemer de informatie eenvoudig kan vinden op een website, via een mobiele applicatie of door andere middelen.
- (49)
De regelmatige verstrekking van accurate factureringsinformatie op basis van het feitelijke elektriciteitsverbruik, vergemakkelijkt door slimme-metersystemen, is belangrijk om afnemers te helpen hun elektriciteitsverbruik en de bijbehorende kosten te reguleren. Afnemers, met name huishoudelijke afnemers, moeten niettemin toegang hebben tot flexibele regelingen voor het betalen van hun facturen. Het moet bijvoorbeeld mogelijk zijn dat afnemers regelmatig factureringsinformatie wordt verstrekt, terwijl slechts een betaling op kwartaalbasis wordt verlangd, of er kunnen producten zijn waarvoor de afnemer elke maand hetzelfde vaste bedrag betaald, ongeacht zijn werkelijke verbruik.
- (50)
De bepalingen met betrekking tot facturering in Richtlijn 2012/27/EU van het Europees Parlement en de Raad (8) moeten worden bijgewerkt, gestroomlijnd en verplaatst naar deze richtlijn, waar ze op een coherente manier op hun plaats zijn.
- (51)
De lidstaten moeten de modernisering van distributienetten bevorderen, bijvoorbeeld door de invoering van slimme netwerken (smart grids), die op zodanige wijze moeten worden opgezet dat gedecentraliseerde productie en energie-efficiëntie worden bevorderd.
- (52)
Om consumenten contractueel te binden zijn de juiste stimulansen en technologieën als slimme-metersystemen nodig. Slimme-metersystemen geven consumenten meer invloed, aangezien deze hen in staat stellen nauwkeurige en in bijna-realtime feedback te krijgen over hun verbruik of productie en hun verbruik beter te beheren, deel te nemen aan en de voordelen te genieten van vraagresponsprogramma's en andere diensten, en hun elektriciteitsfactuur te verlagen. Slimme-metersystemen stellen distributiesysteembeheerders ook in staat hun netwerken beter te overzien en daardoor hun beheers- en onderhoudskosten te verminderen en die besparingen door te geven aan de consumenten via lagere distributietarieven.
- (53)
De nationale besluitvorming over de invoering van slimme-metersystemen moet gebaseerd kunnen worden op een economische evaluatie. Bij deze economische evaluatie moet rekening worden gehouden met de langetermijnvoordelen van de invoering van slimme-metersystemen voor consumenten en de hele waardeketen, zoals beter netwerkbeheer, nauwkeurigere planning en de vaststelling van netwerkverliezen. Indien uit die evaluatie blijkt dat de invoering van dergelijke metersystemen alleen kosteneffectief is voor consumenten met een zeker elektriciteitsverbruik, moeten de lidstaten met die conclusie rekening kunnen houden bij de invoering van slimme-metersystemen. Deze evaluatie moet echter regelmatig in reactie op wezenlijke veranderingen in de onderliggende aannames, of ten minste elke vier jaar opnieuw worden uitgevoerd, gezien de snelle technologische ontwikkelingen.
- (54)
De lidstaten die hun slimme-metersystemen niet systematisch invoeren, moeten het de consumenten mogelijk maken, op hun verzoek en onder eerlijke en redelijke voorwaarden, van de installatie van een slimme meter te profiteren, en moeten hun alle relevante informatie verstrekken. Wanneer consumenten geen slimme meters hebben, moeten zij het recht hebben om meters te hebben die aan de minimumeisen voldoen die nodig zijn om hen van de factureringsinformatie te voorzien die in deze richtlijn gespecificeerd is.
- (55)
Om de consumenten te helpen actief deel te nemen aan de elektriciteitsmarkten, moeten de slimme-metersystemen die door de lidstaten op hun grondgebied moeten worden ingevoerd, interoperabel zijn en in staat zijn om gegevens te leveren die noodzakelijk zijn voor energiebeheersystemen voor consumenten. Daartoe moeten de lidstaten terdege rekening houden met het gebruik van beschikbare normen op dit gebied, waaronder normen die interoperabiliteit op het niveau van het gegevensmodel en de applicatiefunctie mogelijk maken, met beste praktijken en het belang van de ontwikkeling van gegevensuitwisseling, met toekomstige en innovatieve energiediensten, met de invoering van slimme netwerken en met de interne markt voor elektriciteit. De slimme-metersystemen die moeten worden ingevoerd, mogen bovendien geen barrière opwerpen om over te stappen op een andere leverancier, en moeten zij zijn voorzien van passende functionaliteiten die het consumenten mogelijk maken in bijna-realtime toegang te krijgen tot hun verbruiksgegevens, hun energieverbruik aan te passen, en, voor zover de ondersteunende infrastructuur dit toelaat, hun flexibiliteit aan het netwerk en aan elektriciteitsbedrijven aan te bieden, en daarvoor te worden beloond, en op hun elektriciteitsrekening te besparen.
- (56)
Het verstrekken van toegang tot objectieve en transparante verbruiksgegevens is bij de levering aan afnemers een belangrijk aspect. De consumenten moeten dan ook toegang tot hun verbruiksgegevens en de bij hun verbruik behorende prijzen en servicekosten hebben zodat zij concurrenten kunnen uitnodigen een op deze gegevens gebaseerd aanbod te doen. De consumenten moeten ook het recht hebben om naar behoren te worden geïnformeerd over hun energieverbruik. Bij vooruitbetaling mogen de gebruikers daarvan niet buitenproportioneel worden benadeeld en uiteenlopende betalingssystemen mogen niet discrimineren. Voldoende regelmatig aan de consument verstrekte informatie over de energiekosten zou een stimulans zijn voor energiebesparing aangezien de afnemer hierdoor feedback krijgt over het effect van investeringen in energie-efficiëntie en over het effect van gedragswijziging. In dat verband zal volledige tenuitvoerlegging van Richtlijn 2012/27/EU de consumenten helpen hun energiekosten te verlagen.
- (57)
In de lidstaten zijn, of worden momenteel, verschillende modellen voor het beheer van gegevens ontwikkeld in verband met de invoering van slimme-metersystemen. Onafhankelijk van het gegevensbeheermodel is het belangrijk dat lidstaten transparante regels instellen voor de toegang tot gegevens onder niet-discriminerende voorwaarden, en het hoogste niveau van cyberbeveiliging en gegevensbescherming garanderen, alsmede de onpartijdigheid van de entiteiten die gegevens verwerken.
- (58)
De lidstaten moeten de nodige maatregelen nemen om kwetsbare en energiearme afnemers in de context van de interne markt voor elektriciteit te beschermen. Die maatregelen kunnen verschillen naar gelang van de bijzondere omstandigheden in de betrokken lidstaat, en kunnen maatregelen op het gebied van sociaal en energiebeleid omvatten in verband met de betaling van elektriciteitsrekeningen, investeringen in de energie-efficiëntie van woongebouwen of consumentenbescherming, zoals waarborgen tegen afsluiting. Indien ook voorzien is in een universele dienst aan kleine ondernemingen, kunnen de maatregelen om universele dienstverlening te waarborgen verschillen naar gelang deze maatregelen gericht zijn op huishoudelijke afnemers dan wel kleine ondernemingen.
- (59)
Energiediensten zijn van fundamenteel belang voor de bescherming van het welzijn van de burgers van de Unie. Voldoende verwarming, koeling, en verlichting en energie voor de aandrijving van apparaten zijn diensten die van essentieel belang zijn om een redelijke levensstandaard en de gezondheid van de burgers te waarborgen. Bovendien stelt toegang tot deze energiediensten de Europese burgers in staat om hun mogelijkheden te benutten en wordt de sociale inclusie erdoor versterkt. Energiearme huishoudens kunnen zich deze energiediensten niet veroorloven als gevolg van een combinatie van een laag inkomen, hoge energie-uitgaven en de gebrekkige energie-efficiëntie van hun woningen. Verder moeten de lidstaten de juiste gegevens verzamelen om te controleren hoeveel huishoudens onder energiearmoede lijden. Precieze meting zou de lidstaten moeten helpen de huishoudens die aan energiearmoede lijden te identificeren, teneinde gerichte steun te kunnen verlenen. De Commissie moet de uitvoering van de bepalingen van deze richtlijn inzake energiearmoede actief ondersteunen door het delen van goede praktijken tussen de lidstaten te vergemakkelijken.
- (60)
De lidstaten die door energiearmoede getroffen zijn en geen nationale actieplannen of andere adequate kaders hebben ontwikkeld om energiearmoede aan te pakken, moeten dit doen met het oog op vermindering van het aantal energiearme afnemers. Een laag inkomen, hoge energie-uitgaven en een slechte energie-efficiëntie van huizen zijn relevante factoren bij de vaststelling van de criteria voor de meting van energiearmoede. De lidstaten dienen er in ieder geval voor te zorgen dat kwetsbare en energiearme afnemers voorzien zijn. Hierbij zou gebruik kunnen worden gemaakt van een geïntegreerde aanpak, bijvoorbeeld in het kader van het sociaal beleid en het energiebeleid, en de maatregelen zouden sociale beleidsmaatregelen of verbeteringen van de energie-efficiëntie van huizen kunnen omvatten. Deze richtlijn moet nationale beleidsmaatregelen ten gunste van kwetsbare en energiearme afnemers versterken.
- (61)
Distributiesysteembeheerders moeten nieuwe elektriciteitsproductie, met name installaties die elektriciteit opwekken uit hernieuwbare energiebronnen, en nieuwe belasting zoals belasting ingevolge hittepompen en elektrische voertuigen, kostenefficiënt in het net integreren. Daartoe zouden distributiesysteembeheerders in staat moeten worden gesteld en worden voorzien van stimulansen om diensten van gedistribueerde energiebronnen te gebruiken, zoals vraagrespons en energieopslag, op basis van marktprocedures, om hun netwerken efficiënt te beheren en kostbare uitbreiding van hun netwerk te voorkomen. De lidstaten moeten de nodige maatregelen nemen, zoals nationale netcodes en marktregels, en de distributiesysteembeheerders voorzien van stimulansen door middel van nettarieven die de flexibiliteit of de verbetering van de energie-efficiëntie op het net niet in de weg staan. De lidstaten moeten ook netwerkontwikkelingsplannen voor distributiesystemen indienen om de integratie van installaties die elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen produceren, te ondersteunen, de ontwikkeling van energieopslagfaciliteiten en de elektrificatie van de vervoerssector te vergemakkelijken en systeemgebruikers voldoende informatie te verstrekken over de te verwachten uitbreiding of verbeteringen van het netwerk, aangezien een dergelijke procedure in de meeste lidstaten momenteel niet bestaat.
- (62)
Systeembeheerders mogen geen energieopslagfaciliteiten bezitten, ontwikkelen, beheren of exploiteren. Volgens de nieuwe opzet van de elektriciteitsmarkt moeten energieopslagdiensten marktgebaseerd en concurrerend zijn. Daarom moet kruissubsidiëring tussen energieopslag en de gereguleerde functies van distributie of transmissie worden vermeden. Dergelijke beperking op de eigendom van energieopslagfaciliteiten dient om vervalsing van de mededinging te voorkomen, het gevaar van discriminatie weg te nemen, voor alle marktdeelnemers eerlijke toegang tot energieopslagdiensten te verzekeren, en een efficiënt en doeltreffend gebruik van energieopslagfaciliteiten te bevorderen, naast het beheer van het distributie- of transmissiesysteem. Dit voorschrift moet worden uitgelegd en toegepast in overeenstemming met de rechten en beginselen van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (het ‘Handvest’), met name de vrijheid van ondernemerschap en het recht op eigendom, die gewaarborgd worden door de artikelen 16 en 17 van het Handvest.
- (63)
Als energieopslagfaciliteiten volledig geïntegreerde netwerkcomponenten zijn die niet worden gebruikt voor balancerings- of congestiebeheer, mogen zij, onder voorbehoud van goedkeuring van de nationale regulerende instantie, niet worden onderworpen aan naleving van dezelfde strikte beperkingen als systeembeheerders om deze faciliteiten te bezitten, te ontwikkelen, te beheren of te exploiteren. Dergelijke volledig geïntegreerde netwerkcomponenten kunnen energieopslagfaciliteiten omvatten als condensatoren of vliegwielen die belangrijke diensten kunnen leveren voor de beveiliging en betrouwbaarheid van netwerken, en ertoe bijdragen tot de synchronisatie van verschillende delen van het systeem.
- (64)
Teneinde vooruitgang te boeken op weg naar een volledig koolstofvrije elektriciteitssector, is het nodig de richting van seizoensgebonden energieopslag in te slaan. Dergelijke energieopslag is een element dat kan dienen als hulpmiddel voor het beheer van het elektriciteitssysteem om aanpassingen voor de korte termijn en in een bepaald seizoen mogelijk te maken, teneinde om te kunnen gaan met variabiliteit in energieproductie uit hernieuwbare bronnen en de bijbehorende onvoorziene omstandigheden.
- (65)
Niet-discriminerende toegang tot het distributienet is bepalend voor de toegang tot afnemers downstream op kleinhandelsniveau. Om gelijke mededingingsvoorwaarden op kleinhandelsniveau te creëren, moeten de activiteiten van de distributiesysteembeheerders daarom worden gemonitord om te voorkomen dat de distributiesysteembeheerders profiteren van hun verticale integratie ten gunste van hun concurrentiepositie op de markt, met name ten aanzien van huishoudelijke afnemers en kleine niet-huishoudelijke afnemers.
- (66)
Indien gebruikgemaakt wordt van een gesloten distributiesysteem om optimale efficiëntie van een geïntegreerde voorziening te waarborgen waarbij specifieke exploitatienormen nodig zijn, of indien een gesloten distributiesysteem primair ten behoeve van de eigenaar van het systeem wordt gehandhaafd, moet de distributiesysteembeheerder kunnen worden vrijgesteld van verplichtingen die een onnodige administratieve belasting zouden vormen gezien de bijzondere aard van de betrekking tussen de distributiesysteembeheerder en de gebruikers van het systeem. Industrie- of commerciële locaties of locaties met gedeelde diensten, zoals spoorwegstations, luchthavens, ziekenhuizen, grote campings met geïntegreerde faciliteiten en chemische-industrielocaties kunnen een gesloten distributiesysteem hebben wegens de specifieke aard van hun activiteiten.
- (67)
Zonder de effectieve scheiding van netten van productie- en leveringsactiviteiten (effectieve ontvlechting) bestaat het inherente risico van discriminatie, niet alleen bij de exploitatie van de netten, maar ook wat de stimulansen betreft voor verticaal geïntegreerde bedrijven om op toereikende wijze in hun netten te investeren.
- (68)
Uitsluitend het wegwerken van de stimulans voor verticaal geïntegreerde bedrijven om hun concurrenten met betrekking tot nettoegang en -investeringen te discrimineren, kan een effectieve ontvlechting waarborgen. Ontvlechting van de eigendom, hetgeen met zich brengt dat de neteigenaar wordt aangewezen als de systeembeheerder en onafhankelijk is van belangen bij de productie en levering, is duidelijk een effectieve en stabiele manier om het inherente belangenconflict op te lossen en de voorzieningszekerheid te waarborgen. Om deze reden heeft het Europees Parlement in zijn resolutie van 10 juli 2007 inzake de vooruitzichten voor de interne gas- en elektriciteitsmarkt gesteld dat het ontvlechting van de eigendom op het niveau van de transmissie ziet als het efficiëntste middel om investeringen in infrastructuur op niet-discriminerende wijze te bevorderen en te zorgen voor eerlijke toegang tot het net voor nieuwkomers en transparantie op de markt. In het kader van ontvlechting van de eigendom moet van de lidstaten worden geëist dat zij ervoor zorgen dat dezelfde persoon of personen niet tegelijk zeggenschap kan dan wel kunnen uitoefenen over een producent of leverancier en zeggenschap of rechten kan dan wel kunnen uitoefenen over een transmissiesysteembeheerder of een transmissiesysteem. Omgekeerd moet zeggenschap over een transmissiesysteembeheerder of transmissiesysteem de mogelijkheid uitsluiten zeggenschap of rechten uit te oefenen over een producent of leverancier. Binnen deze grenzen moet een producent of leverancier minderheidsbelangen kunnen hebben in transmissiesysteembeheerders of transmissiesystemen.
- (69)
Eventuele systemen voor ontvlechting moeten doeltreffend zijn bij het wegnemen van eventuele belangenconflicten tussen producenten, leveranciers en transmissiesysteembeheerders, teneinde prikkels te creëren voor de nodige investeringen en de toegang van nieuwkomers op de markt met een transparant, efficiënt reguleringsstelsel te waarborgen, en zij mogen voor regulerende instanties geen te bezwaarlijk reguleringsstelsel opleveren.
- (70)
Aangezien ontvlechting van de eigendom in sommige gevallen een herstructurering van de bedrijven vergt, moeten de lidstaten die besluiten tot ontvlechting van de eigendom over te gaan, extra tijd krijgen om de relevante bepalingen toe te passen. Gezien de verticale kruisverbanden tussen de elektriciteits- en de gassector moeten de ontvlechtingsbepalingen voor beide sectoren samen gelden.
- (71)
Om in het kader van de ontvlechting van de eigendom volledige onafhankelijkheid van de netexploitatie ten aanzien van productie- en leveringsbelangen te waarborgen en de uitwisseling van vertrouwelijke informatie te voorkomen, mag eenzelfde persoon geen lid zijn van de raad van bestuur van zowel een transmissiesysteembeheerder of een transmissiesysteem als een bedrijf dat een van de functies van productie of levering verricht. Om dezelfde reden mag eenzelfde persoon niet over de bevoegdheid beschikken om leden van de raad van bestuur van een transmissiesysteembeheerder of een transmissiesysteem aan te wijzen, én zeggenschap of rechten uit te oefenen over een producent of leverancier.
- (72)
De aanwijzing van een systeembeheerder of transmissiesysteembeheerder die onafhankelijk is van productie- en leveringsbelangen, dient het voor een verticaal geïntegreerde bedrijf mogelijk te maken om zijn eigendom van netactiva te handhaven en tegelijkertijd de effectieve scheiding van belangen te bewerkstelligen, op voorwaarde dat deze onafhankelijke systeembeheerder of transmissiesysteembeheerder alle functies van een systeembeheerder vervult en er is voorzien in gedetailleerde regulerings- en toezichtmechanismen.
- (73)
Indien een bedrijf op 3 september 2009 eigenaar was van een transmissiesysteem en deel uitmaakte van een verticaal geïntegreerd bedrijf, moeten de lidstaten de keuze krijgen tussen hetzij ontvlechting van de eigendom, hetzij het aanwijzen van een systeembeheerder of transmissiesysteembeheerder die onafhankelijk is van productie- en leveringsbelangen.
- (74)
Teneinde de belangen van de aandeelhouders van verticaal geïntegreerde bedrijven te vrijwaren, moeten de lidstaten de keuze hebben ontvlechting van de eigendom in te voeren, hetzij via directe desinvestering, hetzij via splitsing van de aandelen van het geïntegreerde bedrijf in aandelen in een netbedrijf en aandelen in een resterend leverings- en productiebedrijf, mits wordt voldaan aan de eisen die voortvloeien uit de ontvlechting van de eigendom.
- (75)
De volledige doeltreffendheid van de oplossingen van een onafhankelijke systeembeheerder of transmissiesysteembeheerder moet worden gewaarborgd met behulp van specifieke aanvullende regels. De regels inzake onafhankelijke transmissiesysteembeheerders verschaffen een geschikt regelgevingskader voor de waarborging van eerlijke mededinging, voldoende investeringen, toegang voor nieuwkomers op de markt en integratie van elektriciteitsmarkten. Effectieve ontvlechting door middel van bepalingen inzake onafhankelijke transmissiesysteembeheerders moet berusten op een pijler met organisatorische maatregelen en maatregelen inzake het bestuur van transmissiesysteembeheerders en op een pijler met maatregelen op het gebied van investeringen, de aansluiting van nieuwe productiecapaciteiten op het net en marktintegratie door middel van regionale samenwerking. De onafhankelijkheid van transmissiesysteembeheerders moet tevens gewaarborgd worden door onder meer bepaalde afkoelingsperiodes tijdens welke in het verticaal geïntegreerde bedrijf geen bestuurs- of andere toepasselijke activiteiten worden uitgeoefend die toegang geven tot dezelfde informatie als die welke kon worden verkregen in een bestuursfunctie.
- (76)
De lidstaten mogen kiezen voor volledige ontvlechting van de eigendom op hun grondgebied. Indien een lidstaat dat recht heeft uitgeoefend, heeft een bedrijf niet het recht de onafhankelijke systeembeheerder of de onafhankelijke transmissiesysteembeheerder aan te wijzen. Voorts kan een bedrijf dat een van de functies van productie of levering verricht geen directe of indirecte zeggenschap, noch rechten uitoefenen over een transmissiesysteembeheerder uit een lidstaat die wél voor volledige ontvlechting van de eigendom heeft gekozen.
- (77)
Bij de toepassing van effectieve ontvlechting moet het beginsel van non-discriminatie tussen de openbare en de particuliere sector in acht worden genomen. Daartoe mag eenzelfde persoon niet over de mogelijkheid beschikken om, in strijd met de regels van de ontvlechting van de eigendom of met de optie van de onafhankelijke systeembeheerder, enige zeggenschap of recht uit te oefenen, alleen dan wel gezamenlijk, op de samenstelling, stemming of besluitvorming zowel in de organen van de transmissiesysteembeheerders of transmissiesystemen als in de organen van de producent of leverancier. Wat betreft de ontvlechting van de eigendom en de oplossing van de onafhankelijke systeembeheerder, moeten, mits de betrokken lidstaat in kwestie kan aantonen dat aan de relevante eisen is voldaan, twee afzonderlijke overheidsinstanties zeggenschap kunnen hebben over enerzijds productie- en leveringsactiviteiten en anderzijds transmissieactiviteiten.
- (78)
De volledige effectieve scheiding van, enerzijds, netactiviteiten en, anderzijds, leverings- en productieactiviteiten moet in de gehele Unie toegepast worden op zowel bedrijven van de Unie als andere bedrijven. Om te waarborgen dat netactiviteiten en leverings- en productieactiviteiten overal in de Unie onafhankelijk van elkaar worden gehouden, moeten de regulerende instanties de bevoegdheid krijgen certificering te weigeren van transmissiesysteembeheerders die de ontvlechtingsregels niet naleven. Om een samenhangende toepassing van deze regels overal in de Unie te waarborgen, moeten de regulerende instanties ten volle rekening houden met de standpunten van de Commissie wanneer zij certificeringsbesluiten nemen. Bovendien, om de naleving van de internationale verplichtingen van de Unie en de solidariteit en de energiezekerheid in de Unie te waarborgen, moet de Commissie gerechtigd zijn een advies te geven betreffende de certificering in verband met een transmissiesysteembeheerder of een eigenaar van een transmissiesysteem waarover één of meer personen uit één of meer derde landen zeggenschap heeft.
- (79)
Vergunningsprocedures mogen niet leiden tot een administratieve belasting die niet in verhouding staat tot de grootte en het potentiële effect van de producenten. Onnodig lange vergunningsprocedures kunnen een belemmering vormen voor de toegang voor nieuwkomers op de markt.
- (80)
Om de interne markt voor elektriciteit goed te laten functioneren, moeten de regulerende instanties besluiten kunnen nemen over alle relevante reguleringskwesties en moeten zij volledig onafhankelijk zijn van alle andere publieke of particuliere belangen. Dit sluit rechterlijke toetsing en parlementair toezicht overeenkomstig het constitutionele recht van de lidstaten niet uit. Bovendien is de goedkeuring van de begroting van de regulerende instantie door de nationale wetgever niet op te vatten als een belemmering van de begrotingsautonomie. De bepalingen met betrekking tot de autonomie bij de uitvoering van de toegewezen begroting van de regulerende instantie dienen te worden toegepast in het kader dat door de nationale wet- en regelgeving inzake begrotingszaken is vastgesteld. Wanneer de lidstaten een bijdrage leveren aan de onafhankelijkheid van de regulerende instanties van politieke of economische belangen via een adequaat roulatieschema, moeten zij rekening kunnen houden met de beschikbaarheid van personeel en de omvang van het bestuur.
- (81)
De regulerende instanties moeten in staat zijn de tarieven of de methoden voor de berekening van de tarieven vast te stellen of goed te keuren op basis van een voorstel van de transmissiesysteembeheerders of distributiesysteembeheerders, of op basis van een voorstel dat is overeengekomen tussen deze systeembeheerder(s) en de gebruikers van het net. Bij de uitvoering van deze taken moeten de regulerende instanties ervoor zorgen dat de transmissie- en distributietarieven niet-discriminerend zijn en een weerspiegeling van de kosten vormen, en rekening houden met de marginale, vermeden netkosten op de lange termijn van gedistribueerde productie en vraagzijdebeheersmaatregelen.
- (82)
Regulerende instanties moeten afzonderlijke nettarieven voor transmissie- en distributienetwerken of een berekeningsmethode, of beide, vaststellen of goedkeuren. De onafhankelijkheid van de regulerende instanties bij het vaststellen van nettarieven op grond van artikel 57, lid 4, onder b), punt ii), moet in alle gevallen gehandhaafd worden.
- (83)
Regulerende instanties moeten erop toezien dat transmissie- en distributiesysteembeheerders passende maatregelen nemen om hun netwerk veerkrachtiger en flexibeler te maken. Daartoe moeten zij de prestaties van die beheerders in de gaten houden aan de hand van indicatoren zoals het vermogen van transmissie- en distributiesysteembeheerders om lijnen te exploiteren aan de hand van dynamische-lijnvermogens, de ontwikkeling van monitoring op afstand en controle in realtime van onderstations, de beperking van netverliezen en de frequentie en de duur van stroomonderbrekingen.
- (84)
Regulerende instanties moeten de bevoegdheid krijgen om bindende besluiten vast te stellen in verband met elektriciteitsbedrijven, en doeltreffende, evenredige en afschrikwekkende sancties op te leggen aan elektriciteitsbedrijven die hun verplichtingen niet nakomen, of om voor te stellen dat een bevoegde rechterlijke instantie hun dergelijke sancties oplegt. Hiertoe moeten regulerende instanties relevante informatie van de elektriciteitsbedrijven kunnen verkrijgen, passend en toereikend onderzoek kunnen verrichten en geschillen kunnen beslechten. Regulerende instanties moeten ook de bevoegdheid krijgen om, ongeacht de toepassing van de concurrentieregels, een besluit te nemen over passende maatregelen die voordelen voor de afnemers te waarborgen door middel van bevordering van daadwerkelijke mededinging die noodzakelijk is voor de goede werking van de interne markt voor elektriciteit.
- (85)
Regulerende instanties moeten de uitvoering van hun taken onderling coördineren zodat het Europees netwerk van transmissiesysteembeheerders voor elektriciteit (ENTSB voor elektriciteit), de Europese entiteit van distributiesysteembeheerders (‘EU-DSB-entiteit’), en de regionale coördinatiecentra voldoen aan hun verplichtingen uit hoofde van het regelgevingskader van de interne markt voor elektriciteit, en aan de besluiten van het bij Verordening (EU) 2019/942 van het Europees Parlement en de Raad (9) opgerichte Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER) naleven. Wegens de uitbreiding van de operationele verantwoordelijkheden van het ENTSB voor elektriciteit, de EU-DSB-entiteit en de regionale coördinatiecentra moet het toezicht op dergelijke op Unie- of regionaal niveau actieve entiteiten worden versterkt. Regulerende instanties moeten met elkaar overleggen en hun toezichthoudende taken op elkaar afstemmen om gezamenlijk situaties vast te stellen waarin het ENTSB voor elektriciteit, de EU-DSB-entiteit of de regionale coördinatiecentra hun verplichtingen niet naleven.
- (86)
Regulerende instanties moeten ook de bevoegdheid krijgen om bij te dragen tot het waarborgen van een hoog niveau van universele en openbare dienstverplichtingen in overeenstemming met de openstelling van de markt, tot de bescherming van kwetsbare afnemers en tot de volledige effectiviteit van de maatregelen ter bescherming van de consument. Deze bepalingen laten de bevoegdheden van de Unie op het gebied van de toepassing van de mededingingsregels, inclusief het onderzoek naar fusies met een Uniedimensie, en de regels betreffende de interne markt, zoals de regels inzake het vrije verkeer van kapitaal, onverlet. De onafhankelijke instantie waarbij een door de beslissing van een regulerende instantie getroffen partij beroep kan aantekenen, zou een rechtbank kunnen zijn of een andere rechterlijke instantie met de bevoegdheid om een rechterlijke toetsing uit te voeren.
- (87)
Deze richtlijn en Richtlijn 2009/73/EC van het Europees Parlement en de Raad (10) ontnemen de lidstaten niet de mogelijkheid om hun nationaal energiebeleid vast te stellen en bekend te maken. Dientengevolge zouden de lidstaten, afhankelijk van de grondwettelijke bepalingen van een lidstaat, over de bevoegdheid kunnen beschikken om het beleidskader vast te stellen waarin de regulerende instanties moeten opereren, bijvoorbeeld met betrekking tot voorzieningszekerheid. De richtsnoeren van de lidstaat inzake het algemene energiebeleid mogen evenwel geen afbreuk doen aan de onafhankelijkheid of autonomie van de regulerende instanties.
- (88)
In Verordening (EU) 2019/943 is bepaald dat de Commissie richtsnoeren of netcodes dient vast te stellen om het vereiste niveau van harmonisatie te bewerkstelligen. Dergelijke richtsnoeren en netcodes zijn bindende uitvoeringsmaatregelen en vormen, ten aanzien van sommige bepalingen van deze richtlijn, een nuttig instrument dat wanneer nodig snel kan worden aangepast.
- (89)
De lidstaten en de overeenkomstsluitende partijen bij het Verdrag tot oprichting van de energiegemeenschap(11) moeten nauw samenwerken wat betreft alle aangelegenheden in verband met de ontwikkeling van een geïntegreerde elektriciteitshandelsregio en zij mogen geen maatregelen treffen die verdere integratie van de elektriciteitsmarkten of de voorzieningszekerheid van de lidstaten en de verdragsluitende partijen in het gedrang brengen.
- (90)
Deze richtlijn dient te worden gelezen in samenhang met Verordening (EU) 2019/943 waarin de belangrijkste beginselen van de nieuwe opzet van de elektriciteitsmarkt worden vastgesteld, waarmee een betere beloning voor flexibiliteit en passende prijssignalen kan worden gegeven en de totstandkoming van functionerende geïntegreerde kortetermijnmarkten wordt gegarandeerd. In Verordening (EU) 2019/943 worden ook nieuwe regels vastgesteld op verschillende gebieden, waaronder capaciteitsmechanismen en samenwerking tussen transmissiesysteembeheerders.
- (91)
Deze richtlijn eerbiedigt de grondrechten en neemt de beginselen in acht die in het Handvest zijn erkend. Deze richtlijn moet bijgevolg worden uitgelegd en toegepast in overeenstemming met deze rechten en beginselen, met name het recht op bescherming van persoonsgegevens dat door artikel 8 van het Handvest wordt gewaarborgd. Het is van essentieel belang dat elke verwerking van persoonsgegevens uit hoofde van deze richtlijn in overeenstemming is met Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad (12).
- (92)
Teneinde te voorzien in de minimale harmonisatie die vereist is om de doelstellingen van deze richtlijn te verwezenlijken, moet de bevoegdheid om handelingen vast te stellen overeenkomstig artikel 290 VWEU worden overgedragen aan de Commissie om regels vast te stellen betreffende de omvang van de taken van de regulerende instanties wat hun onderlinge samenwerking en de samenwerking met ACER betreft, en om richtsnoeren vast te stellen waarin de procedure voor de overeenstemming met de netcodes en richtsnoeren nader wordt omschreven. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven(13). Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen.
- (93)
Teneinde eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van deze richtlijn te waarborgen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend om interoperabiliteitsvoorschriften voor energiediensten vast te stellen, alsook niet-discriminerende en transparante procedures om toegang te krijgen tot de meet- en verbruiksgegevens, alsmede gegevens die nodig zijn voor de afnemer om over te stappen, vraagrespons en andere diensten. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (14).
- (94)
Als er sprake is van een afwijking op grond van artikel 66, lid 3, 4 of 5, moet die afwijking ook gelden voor bepalingen in deze richtlijn die een aanvulling vormen op, of de voorafgaande toepassing vereisen van, een bepaling waarvoor een afwijking is toegekend.
- (95)
De bepalingen van Richtlijn 2012/27/EU inzake elektriciteitsmarkten, zoals de bepalingen betreffende meting en facturering van elektriciteit, vraagrespons, prioritaire verdeling en toegang tot het net voor hoogrenderende warmtekrachtkoppeling, worden geactualiseerd door de in deze Richtlijn (EU) 2019/943[lees: 2019/944] vastgelegde bepalingen. Richtlijn 2012/27/EU moet derhalve dienovereenkomstig gewijzigd worden.
- (96)
Daar de doelstelling van deze richtlijn, namelijk de totstandbrenging van een volledig operationele interne markt voor elektriciteit, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt, maar vanwege de omvang en de gevolgen ervan beter door de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel, gaat deze richtlijn niet verder dan wat nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken.
- (97)
Overeenkomstig de gezamenlijke politieke verklaring van 28 september 2011 van de lidstaten en de Commissie over toelichtende stukken (15), hebben de lidstaten zich ertoe verbonden om in gerechtvaardigde gevallen de kennisgeving van hun omzettingsmaatregelen vergezeld te doen gaan van één of meer stukken waarin het verband tussen de onderdelen van een richtlijn en de overeenkomstige delen van de nationale omzettingsinstrumenten wordt toegelicht. Met betrekking tot deze richtlijn acht de wetgever de toezending van dergelijke stukken gerechtvaardigd.
- (98)
De verplichting tot omzetting van deze richtlijn in nationaal recht dient te worden beperkt tot de bepalingen die ten opzichte van Richtlijn 2009/72/EG zijn gewijzigd. De verplichting tot omzetting van de ongewijzigde bepalingen vloeit voort uit Richtlijn 2009/72/EG.
- (99)
Deze richtlijn dient de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de in bijlage III genoemde termijnen voor de omzetting in nationaal recht en de datum van toepassing van Richtlijn 2009/72/EG onverlet te laten,
HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Voetnoten
PB C 288 van 31.8.2017, blz. 91.
PB C 342 van 12.10.2017, blz. 79.
Standpunt van het Europees Parlement van 26 maart 2019 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 22 mei 2019.
Richtlijn 2009/72/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot intrekking van Richtlijn 2003/54/EG (PB L 211 van 14.8.2009, blz. 55).
Richtlijn 2003/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en houdende intrekking van Richtlijn 96/92/EG (PB L 176 van 15.7.2003, blz. 37), ingetrokken en vervangen, met werking vanaf 2 maart 2011, door Richtlijn 2009/72/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot intrekking van Richtlijn 2003/54/EG (PB L 211 van 14.8.2009, blz. 55).
Verordening (EU) 2019/943 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende de interne markt voor elektriciteit (zie bladzijde 54 van dit Publicatieblad).
Verordening (EU) 2018/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 inzake de governance van de energie-unie en van de klimaatactie, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 663/2009 en (EG) nr. 715/2009 van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijnen 94/22/EG, 98/70/EG, 2009/31/EG, 2009/73/EG, 2010/31/EU, 2012/27/EU en 2013/30/EU van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijnen 2009/119/EG en (EU) 2015/652 van de Raad, en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 525/2013 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 328 van 21.12.2018, blz. 1).
Richtlijn 2012/27/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende energie-efficiëntie, tot wijziging van de Richtlijnen 2009/125/EG en 2010/30/EU en houdende intrekking van de Richtlijnen 2004/8/EG en 2006/32/EG (PB L 315 van 14.11.2012, blz. 1).
Verordening (EU) 2019/942 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 tot oprichting van een Agentschap van de Europese Unie voor de samenwerking tussen energieregulators (zie bladzijde 22 van dit Publicatieblad).
Richtlijn 2009/73/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas en tot intrekking van Richtlijn 2003/55/EG (PB L 211 van 14.8.2009, blz. 94).
PB L 198 van 20.7.2006, blz. 18.
Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).
PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1.
Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
PB C 369 van 17.12.2011, blz. 14.