Einde inhoudsopgave
Regeling zorgmedewerkers met langdurige post-COVID klachten
Artikel 2.3 Aanvraag
Geldend
Geldend van 15-06-2024 tot 01-01-2026. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 02-09-2023
- Bronpublicatie:
11-06-2024, Stcrt. 2024, 19554 (uitgifte: 14-06-2024, regelingnummer: 3835955-1066250-MEVA)
- Inwerkingtreding
15-06-2024, terugwerkend tot: 02-09-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-06-2024, Stcrt. 2024, 19554 (uitgifte: 14-06-2024, regelingnummer: 3835955-1066250-MEVA)
- Vakgebied(en)
Corona (V)
Sociale zekerheid arbeidsongeschiktheid / Bijzondere onderwerpen
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
1.
Een aanvraag voor financiële ondersteuning voor het kalenderjaar 2023 kan worden ingediend vanaf 25 september 2023 om 9:00 uur en wordt uiterlijk 23 oktober 2023 om 12:00 uur door de minister ontvangen.
2.
Een aanvraag voor financiële ondersteuning voor het kalenderjaar 2024 kan worden ingediend vanaf 1 juli 2024 om 9:00 uur en wordt uiterlijk 23 september 2024 om 12:00 uur door de Minister ontvangen.
3.
Voor de aanvraag wordt een door de minister vastgesteld formulier gebruikt.
4.
De aanvraag gaat vergezeld van:
- a.
een bewijs van dienstverband;
- b.
een gewaarmerkt verzekeringsbericht;
- c.
een kopie van de WIA-beslissing betreffende de zorgmedewerker;
- d.
een document waaruit blijkt dat langdurige post-COVID klachten zijn geconstateerd, zijnde:
- 1°
het medisch onderzoeksverslag dat als verslag van het verzekeringsgeneeskundig onderzoek is gevoegd als bijlage bij de WIA-beslissing betreffende de zorgmedewerker; of
- 2°
een door de Minister vastgesteld formulier met een verklaring die is voorzien van een ondertekening door een arts, waarin wordt bevestigd dat voor 1 juni 2023 bij de zorgmedewerker langdurige post-COVID klachten zijn geconstateerd en die is voorzien van toestemming om de juistheid van deze verklaring bij de desbetreffende arts te verifiëren; en
- e.
desgevraagd overige inlichtingen en bewijsstukken, die noodzakelijk zijn voor de beoordeling van de aanvraag.
5.
Als de zorgmedewerker werkzaam was op basis van een dienstverband bij een ander dan de zorgaanbieder waar de zorgmedewerker tijdens het tijdvak veelvuldig en intensief zorg heeft verleend aan patiënten met COVID-19 of nauw betrokken was bij deze zorgverlening, overlegt de zorgmedewerker een door de minister vastgesteld formulier met een verklaring die:
- a.
is voorzien van een ondertekening door de leidinggevende van de zorgmedewerker;
- b.
is ondertekend namens de zorgaanbieder waar de zorgmedewerker tijdens het tijdvak werkzaamheden heeft verricht;
- c.
bevestigt dat de zorgmedewerker tijdens het tijdvak bij die zorgaanbieder veelvuldig en intensief zorg heeft verleend aan patiënten met COVID-19 of nauw betrokken was bij deze zorgverlening; en
- d.
is voorzien van toestemming om de juistheid van deze verklaring bij die zorgaanbieder te verifiëren.
6.
Als de zorgmedewerker werkzaam is geweest bij de zorgaanbieder tijdens het tijdvak in een functie of beroep die niet in bijlage 4 is opgenomen, overlegt de zorgmedewerker een door de minister vastgesteld formulier met een verklaring die:
- a.
is voorzien van een ondertekening door de leidinggevende van de zorgmedewerker;
- b.
is ondertekend namens de zorgaanbieder waar de zorgmedewerker tijdens het tijdvak werkzaam was;
- c.
bevestigt dat de zorgmedewerker tijdens het tijdvak veelvuldig en intensief zorg heeft verleend aan patiënten met COVID-19 of nauw betrokken was bij deze zorgverlening; en
- d.
is voorzien van toestemming om de juistheid van deze verklaring bij die zorgaanbieder te verifiëren.
7.
Als de zorgmedewerker werkzaam was bij de militair geneeskundige dienst, overlegt de zorgmedewerker een door de minister vastgesteld formulier met een verklaring die:
- a.
is voorzien van een ondertekening door een tekenbevoegde van de militair geneeskundige dienst;
- b.
bevestigt dat de zorgmedewerker tijdens het tijdvak veelvuldig en intensieve zorg heeft verleend aan patiënten met COVID-19 of nauw betrokken was bij deze zorgverlening; en
- c.
is voorzien van toestemming om de juistheid van deze verklaring bij de militair geneeskundige dienst te verifiëren.
8.
Als de zorgmedewerker werkzaam was bij een justitiële inrichting, overlegt de zorgmedewerker het nummer waarmee de zorgmedewerker tijdens het tijdvak als arts of verpleegkundige stond ingeschreven in het daarvoor ingestelde register, bedoeld in artikel 3 van de Wet BIG.
9.
Als de zorgmedewerker werkzaam was bij een gemeentelijke gezondheidsdienst, overlegt de zorgmedewerker een door de Minister vastgesteld formulier met een verklaring die:
- a.
is voorzien van een ondertekening door een tekenbevoegde van de gemeentelijke gezondheidsdienst;
- b.
bevestigt dat de zorgmedewerker tijdens het tijdvak veelvuldig en intensieve zorg heeft verleend aan patiënten met COVID-19 of nauw betrokken was bij deze zorgverlening; en
- c.
is voorzien van toestemming om de juistheid van deze verklaring bij de gemeentelijke gezondheidsdienst te verifiëren.
10.
Als de eerste ziektedag zoals vermeld in de WIA-beslissing na het tijdvak ligt, overlegt de zorgmedewerker een document waaruit blijkt dat de langdurige post-COVID klachten het gevolg zijn van een vermoedelijke COVID-19 besmetting in het tijdvak.
11.
Als sprake is van vrijwillige verlenging van de loondoorbetaling of verlenging van de loondoorbetalingsplicht, overlegt de zorgmedewerker een kopie van het besluit van het UWV betreffende de zorgmedewerker tot verlenging van het tijdvak van de loondoorbetaling.
12.
De minister kan afwijken van het derde lid als toepassing is gegeven aan het bepaalde in artikel 2.1, vierde lid.