Einde inhoudsopgave
Wet op de expertisecentra
Artikel 29 Directie, leraren en onderwijsondersteunend personeel
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2014
- Bronpublicatie:
10-11-2011, Stb. 2011, 558 (uitgifte: 02-12-2011, kamerstukken: 31997)
- Inwerkingtreding
01-01-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-11-2013, Stb. 2013, 511 (uitgifte: 10-12-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Aan elke school is een directeur verbonden, bij wie onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag de onderwijskundige, organisatorische en huishoudelijke leiding berust. De directeur van een school kan tevens directeur zijn van een andere school of van een school als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs.
2.
Aan een school zijn een of meer leraren verbonden.
3.
Een of meer leraren kunnen tevens tot adjunct-directeur worden benoemd dan wel tewerkgesteld zonder benoeming.
4.
Voor zover het betreft de functie van directeur en adjunct-directeur, wordt in geval van samenvoeging van scholen de overblijvende school gelijkgesteld met een nieuwe school. De directeur, onderscheidenlijk de adjunct-directeur of adjunct-directeuren, kan slechts een van de directeuren onderscheidenlijk kunnen slechts een of meer van de adjunct-directeuren van de samen te voegen scholen zijn, tenzij geen van de betrokkenen de desbetreffende functie wenst te aanvaarden.
5.
Het bevoegd gezag kan tevens personeel, dat werkzaamheden verricht ten behoeve van meer dan een school of meer dan een school als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs, benoemen of te werk stellen zonder benoeming waaronder begrepen leden van het bestuur van die scholen voor zover het intern toezicht wordt uitgeoefend door een raad van toezicht als bedoeld in artikel 28i, derde lid.
6.
Aan een school kan onderwijsondersteunend personeel zijn verbonden.
7.
Het bevoegd gezag stelt jaarlijks het beleid vast met betrekking tot de formatie van de verschillende categorieën personeel van de school.