Richtlijn 2011/18/EU tot wijziging van de bijlagen II, V en VI bij Richtlijn 2008/57/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de interoperabiliteit van het spoorwegsysteem in de Gemeenschap
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 22-03-2011
- Bronpublicatie:
01-03-2011, PbEU 2011, L 57 (uitgifte: 02-03-2011, regelingnummer: 2011/18/EU)
- Inwerkingtreding
22-03-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-03-2011, PbEU 2011, L 57 (uitgifte: 02-03-2011, regelingnummer: 2011/18/EU)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Railvervoer
(voor de EER relevante tekst)
Richtlijn van de Commissie van 1 maart 2011, tot wijziging van de bijlagen II, V en VI bij Richtlijn 2008/57/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de interoperabiliteit van het spoorwegsysteem in de Gemeenschap
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien Richtlijn 2008/57/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 inzake de interoperabiliteit van het spoorwegsysteem binnen de Gemeenschap(1), en met name artikel 30, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
Maatregelen die tot doel hebben niet-essentiële elementen van Richtlijn 2008/57/EG te wijzigen en die betrekking hebben op de aanpassing van de bijlagen II tot en met IX bij die richtlijn, worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 29, lid 4, van Richtlijn 2008/57/EG bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.
- (2)
Het subsysteem besturing en seingeving bestaat uit boord- en baanapparatuur en dient derhalve als twee afzonderlijke subsystemen te worden beschouwd. Bijlage II bij Richtlijn 2008/57/EG dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd.
- (3)
De apparatuur om het stroomverbruik te meten is ingebouwd in het rollend materieel. Bijlage II bij Richtlijn 2008/57/EG dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd.
- (4)
Overeenkomstig artikel 17, lid 3, van Richtlijn 2008/57/EG dienen de lidstaten de instanties aan te wijzen die, in het geval van technische voorschriften, worden belast met de uitvoering van de keuringsprocedures. De bijlagen V en VI bij Richtlijn 2008/57/EG dienen derhalve te worden gewijzigd om de door deze instanties toegepaste procedures te specificeren.
- (5)
Met betrekking tot deel 2 van bijlage VI bij Richtlijn 2008/57/EG en het gebruik van tussentijdse keuringsverklaringen (TKV) dient de aangemelde instantie eerst een tussentijds EG-keuringscertificaat op te stellen, waarna de aanvrager de betrokken EG-verklaring opstelt. De bijlagen V en VI bij Richtlijn 2008/57/EG dienen derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd.
- (6)
De bij deze richtlijn vastgestelde maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het overeenkomstig artikel 29, lid 1, van Richtlijn 2008/57/EG opgerichte comité,
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Voetnoten
PB L 191 van 18.7.2008, blz. 1.