Einde inhoudsopgave
Wet personenvervoer 2000
Artikel 25
Geldend
Geldend vanaf 15-12-2015
- Bronpublicatie:
30-09-2015, Stb. 2015, 361 (uitgifte: 15-10-2015, kamerstukken: 33965)
- Inwerkingtreding
15-12-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-11-2015, Stb. 2015, 473 (uitgifte: 11-12-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Personenvervoer algemeen
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
1.
Een concessie bevat, onverminderd artikel 4 van verordening (EG) 1370/2007, een omschrijving van het openbaar vervoer, van het gebied en de duur waarvoor de concessie is verleend, en, indien van toepassing, de prijs die de concessiehouder betaalt voor de concessie.
2.
Een concessie kan tevens betrekking hebben op het verrichten van openbaar vervoer van en naar het gebied, bedoeld in het eerste lid, indien dit is overeengekomen met de concessieverleners die het betreft.
3.
In afwijking van het eerste lid bevat een concessie voor openbaar vervoer per trein, in plaats van een omschrijving van het gebied waarvoor de concessie is verleend, een omschrijving van de stations waartussen het openbaar vervoer wordt afgewikkeld.
4.
De omschrijving, bedoeld in het derde lid, kan ook stations buiten Nederland betreffen, indien de eventueel daarvoor vereiste toestemming door de daartoe bevoegde autoriteit of autoriteiten in de desbetreffende andere lidstaat of lidstaten van de Europese Unie is gegeven.
5.
Bij de concessie en de daarbij behorende financiële afspraken wordt rekening gehouden met de voor de concessiehouder geldende vergoeding, bedoeld in artikel 62 van de Spoorwegwet.