Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 470/2009 tot vaststelling van communautaire procedures voor het vaststellen van grenswaarden voor residuen van farmacologisch werkzame stoffen in levensmiddelen van dierlijke oorsprong, tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2377/90 van de Raad en tot wijziging van Richtlijn 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad en van Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad
Artikel 3 Aanvraag van een advies van het bureau
Geldend
Geldend vanaf 06-07-2009
- Bronpublicatie:
06-05-2009, PbEU 2009, L 152 (uitgifte: 16-06-2009, regelingnummer: 470/2009)
- Inwerkingtreding
06-07-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-05-2009, PbEU 2009, L 152 (uitgifte: 16-06-2009, regelingnummer: 470/2009)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Behoudens in gevallen waarin de in artikel 14, lid 3, van deze verordening bedoelde procedure van de Codex Alimentarius van toepassing is, moet voor elke farmacologisch werkzame stof die bedoeld is voor gebruik in de Gemeenschap in geneesmiddelen die aan voedselproducerende dieren worden toegediend, een advies van het Europees Geneesmiddelenbureau (het bureau) betreffende de maximumwaarde voor residuen worden opgesteld door het Comité voor geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik (het comité), die ingesteld zijn bij respectievelijk de artikelen 55 en 30 van Verordening (EG) nr. 726/2004.
Aanvragers van een vergunning voor het in de handel brengen van een geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik waarin een dergelijke stof wordt toegepast, personen die voornemens zijn een dergelijke vergunning aan te vragen of, in voorkomend geval, de houder van een dergelijke vergunning, dienen hiertoe een aanvraag in bij het bureau.