Einde inhoudsopgave
Richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen 2014–2020
1.1 Toepassingsgebied regionale steun
Geldend
Geldend vanaf 08-07-2020
- Redactionele toelichting
De datum van afkondiging is de datum van het Publicatieblad.
- Bronpublicatie:
08-07-2020, PbEU 2020, C 224 (uitgifte: 08-07-2020, regelingnummer: 2020/C 224/02)
- Inwerkingtreding
08-07-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-07-2020, PbEU 2020, C 224 (uitgifte: 08-07-2020, regelingnummer: 2020/C 224/02)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
Mededingingsrecht / EU-mededingingsrecht
9
Regionale steun voor de ijzer- en staalindustrie (1) en de synthetischevezelindustrie (2) zal niet als verenigbaar worden beschouwd met de interne markt.
10
De Commissie zal de in deze richtsnoeren uiteengezette beginselen toepassen op regionale steun in alle economische sectoren (3), met uitzondering van de visserij en aquacultuur (4), de landbouw (5) en het vervoer (6), sectoren waarvoor bijzondere regels gelden die in specifieke juridische instrumenten zijn vastgelegd, die geheel of ten dele kunnen afwijken van deze richtsnoeren. De Commissie zal deze richtsnoeren toepassen op de verwerking van landbouwproducten tot niet-landbouwproducten en de afzet van die producten. Deze richtsnoeren zijn van toepassing op steunmaatregelen ten behoeve van activiteiten die buiten het toepassingsgebied van artikel 42 van het Verdrag vallen, maar die onder de verordening inzake plattelandsontwikkeling vallen en die worden gecofinancierd door het Europees landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) of die worden verleend als aanvullende nationale financiering bij dit soort gecofinancierde maatregelen, tenzij in sectorale regels anders is bepaald.
11
Deze richtsnoeren zullen niet van toepassing zijn op staatssteun voor luchthavens (7) of in de energiesector (8).
12
Regionale investeringssteun voor breedbandnetwerken kan als verenigbaar met de interne markt worden beschouwd indien deze niet alleen voldoet aan de voorwaarden van deze richtsnoeren, maar ook aan de volgende specifieke voorwaarden: i) er wordt alleen steun verleend voor gebieden waar er geen infrastructuur van dezelfde categorie (basisbreedband of NGA) voorhanden is en waar er in de nabije toekomst waarschijnlijk ook geen zal worden uitgebouwd; ii) de exploitant van het gesubsidieerde netwerk biedt op eerlijke en niet-discriminerende voorwaarden actieve en passieve wholesaletoegang aan, met de mogelijkheid van daadwerkelijke en volledige ontbundeling, en iii) de steun dient te worden toegewezen op basis van een concurrerende selectieprocedure in overeenstemming met punt 78, onder c) en d), van de richtsnoeren breedbandsteun (9).
13
Regionale investeringssteun voor onderzoeksinfrastructuur (10) kan als verenigbaar met de interne markt worden beschouwd indien de steun niet alleen voldoet aan de algemene voorwaarden van deze richtsnoeren, maar ook afhankelijk wordt gesteld van het bieden van transparante en niet- discriminerende toegang tot deze infrastructuur.
14
Grote ondernemingen hebben bij het investeren of behouden van economische activiteit in een minder ontwikkeld gebied doorgaans minder van regionale handicaps te lijden dan kleine en middelgrote ondernemingen (hierna ‘kmo's’ genoemd). In de eerste plaats kunnen grote ondernemingen gemakkelijker kapitaal en krediet aantrekken op internationale markten en ondervinden zij minder hinder van het beperktere aanbod aan financiële diensten in bepaalde achterstandsregio's. In de tweede plaats kunnen investeringen van grote ondernemingen schaalvoordelen opleveren die de locatiegebonden initiële kosten doen dalen en die, in vele opzichten, niet gekoppeld zijn aan de regio waarin de investering plaatsvindt. In de derde plaats beschikken grote ondernemingen die willen investeren, doorgaans over aanzienlijke onderhandelingsmacht tegenover overheden, waardoor zij misschien steun toegekend krijgen zonder dat daaraan behoefte is of zonder dat daarvoor een afdoende rechtvaardiging bestaat. Ten slotte valt van grote ondernemingen meer te verwachten dat zij belangrijke spelers op de betrokken markt zijn en dat de investering waarvoor de steun wordt toegekend, de mededinging en het handelsverkeer op de interne markt kunnen verstoren.
15
Omdat het weinig waarschijnlijk is dat regionale steun ten behoeve van investeringen van grote ondernemingen een stimulerend effect heeft, kan dit soort steun alleen als verenigbaar op grond van artikel 107, lid 3, onder c), van het Verdrag worden beschouwd indien deze wordt toegekend voor initiële investeringen die nieuwe economische activiteiten in deze gebieden creëren (11) of ten behoeve van de diversificatie van bestaande vestigingen naar nieuwe producten of nieuwe procesinnovaties.
16
Regionale steun om de lopende kosten van een onderneming te verminderen, vormt exploitatiesteun en zal alleen als verenigbaar met de interne markt worden beschouwd indien deze wordt verleend om specifieke of blijvende handicaps aan te pakken waarmee ondernemingen in achterstandsgebieden te kampen hebben. Exploitatiesteun kan als verenigbaar worden beschouwd indien deze is bedoeld om bepaalde specifieke moeilijkheden te verminderen waarmee kmo's te kampen hebben met name in achterstandsgebieden die onder de toepassing van artikel 107, lid 3, onder a), van het Verdrag vallen, of om bijkomende kosten te compenseren voor het verrichten van een economische activiteit in een ultraperifeer gebied of om de ontvolking van zeer dun bevolkte gebieden tegen te gaan of af te remmen.
17
Exploitatiesteun toegekend aan ondernemingen waarvan de hoofdactiviteit valt onder Sectie K ‘Financiële activiteiten en verzekeringen’ van de statistische classificatie van economische activiteiten NACE Rev. 2 (12), of aan ondernemingen die intragroepsactiviteiten verrichten en waarvan de hoofdactiviteit valt onder de klassen 70.10 ‘Activiteiten van hoofdkantoren’ of 70.22 ‘Overige adviesbureaus op het gebied van bedrijfsbeheer; adviesbureaus op het gebied van bedrijfsvoering’ van NACE Rev. 2, zal niet als verenigbaar met de interne markt worden beschouwd.
18
Regionale steun mag niet worden verleend aan ondernemingen in moeilijkheden, zoals voor de toepassing van deze richtsnoeren gedefinieerd door de communautaire richtsnoeren inzake reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden(13), als gewijzigd of vervangen. Deze richtsnoeren zijn echter wel van toepassing op ondernemingen die op 31 december 2019 niet in moeilijkheden verkeerden maar in de periode van 1 januari 2020 tot en met 30 juni 2021 ondernemingen in moeilijkheden zijn geworden
19
Bij het beoordelen van regionale steun voor een onderneming ten aanzien waarvan een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerder besluit van de Commissie waarin steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard, zal de Commissie rekening houden met het bedrag aan steun dat nog moet worden teruggevorderd (14).
Voetnoten
Zoals gedefinieerd in bijlage IV.
Zoals gedefinieerd in bijlage IV.
Wanneer de kaderregeling inzake staatssteun aan de scheepsbouw (PB C 364 van 14.12.2011, blz. 9) per 31 december 2013 afloopt, valt ook regionale steun voor de scheepsbouw onder deze richtsnoeren.
Voor zover die vallen onder Verordening (EG) nr. 104/2000 van de Raad van 17 december 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector visserijproducten en producten van de aquacultuur (PB L 17 van 21.1.2000, blz. 22).
Met ‘vervoer’ wordt bedoeld het vervoer voor rekening van derden van passagiers via het luchtvervoer, zeevervoer, over de weg, per spoor of over de binnenwateren, of vrachtvervoersdiensten voor rekening van derden.
Mededeling betreffende de toepassing van de artikelen 92 en 93 van het EG-Verdrag en van artikel 61 van de EER- Overeenkomst op steunmaatregelen van de staten in de luchtvaartsector (PB C 350 van 10.12.1994, blz. 5) en communautaire richtsnoeren voor financiering van luchthavens en aanloopsteun van de overheid voor luchtvaartmaatschappijen met een regionale luchthaven als thuishaven (PB C 312 van 9.12.2005, blz. 1), als gewijzigd of vervangen.
De Commissie zal de verenigbaarheid van staatssteun voor de energiesector beoordelen op grond van de nieuwe richtsnoeren energie- en milieusteun, die de bestaande richtsnoeren inzake staatssteun voor milieubescherming zullen wijzigen, wanneer de specifieke handicaps van de steungebied mee in rekening worden genomen.
Mededeling van de Commissie ‘EU-richtsnoeren voor de toepassing van de staatssteunregels in het kader van de snelle uitrol van breedbandnetwerken’ (PB C 25 van 26.1.2013, blz. 1).
In de zin van Verordening (EG) nr. 723/2009 van de Raad van 25 juni 2009 betreffende een communautair rechtskader voor een Consortium voor een Europese onderzoeksinfrastructuur (ERIC) (PB L 206 van 8.8.2009, blz. 1).
Zie punt 20, onder i).
Verordening (EG) nr. 1893/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot vaststelling van de statistische classificatie van economische activiteiten NACE Rev. 2 en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3037/90 en enkele EG-verordeningen op specifieke statistische gebieden (PB L 393 van 30.12.2006, blz. 1).
PB C l244 van 1.10.2004, blz. 2, verlengd in PB C 156 van 9.7.2009, blz. 3 en PB C 296 van 2.10.2012, blz. 3. Zoals uiteengezet in punt 20 van die richtsnoeren, kan een onderneming in moeilijkheden, aangezien haar bestaan zelf in het gedrang is, niet worden beschouwd als een passend instrument om aan de verwezenlijking van andere beleidsdoelstellingen van de overheid bij te dragen, zolang haar levensvatbaarheid niet is verzekerd.
Zie in dit verband arrest van 13 september 1995, gevoegde zaken T-244/93 en T-486/93, TWD Textilwerke Deggendorf GmbH/Commissie, Jurispr. 1995, blz. II-02265.