Einde inhoudsopgave
Verdrag tot bescherming van personen met betrekking tot de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens
Artikel 13 Samenwerking tussen de Partijen
Geldend
Geldend vanaf 01-10-1985
- Bronpublicatie:
28-01-1981, Trb. 1988, 7 (uitgifte: 26-01-1988, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-10-1985
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-01-1981, Trb. 1988, 7 (uitgifte: 26-01-1988, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Privacy / Handhaving persoonsbescherming
Privacy / Verwerking persoonsgegevens
Informatierecht / ICT
1.
De Partijen verbinden zich elkaar ter uitvoering van dit Verdrag onderling hulp te verlenen.
2.
Te dien einde:
- a.
wijst elke Partij één of meer instanties aan, waarvan zij de naam en het adres mededeelt aan de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa;
- b.
geeft elke Partij die meer dan één instantie heeft aangewezen in de kennisgeving bedoeld in het vorige lid een omschrijving van de bevoegdheden van iedere instantie.
3.
Een door een Partij aangewezen instantie zal op verzoek van een door een andere Partij aangewezen instantie:
- a.
inlichtingen verstrekken over haar recht en bestuurspraktijk op het gebied van gegevensbescherming;
- b.
in overeenstemming met haar interne recht en uitsluitend ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer alle passende maatregelen nemen om feitelijke inlichtingen te geven over een bepaalde geautomatiseerde verwerking die op haar grondgebied plaats vindt, met uitzondering evenwel van de persoonsgegevens die aldus worden verwerkt.