Einde inhoudsopgave
Vrijstellingsregeling Wft
Artikel 23 [Trustkantoren]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2007
- Redactionele toelichting
Deze regeling treedt tegelijk in werking met de Wet op het financieel toezicht (28-09-2006, Stb. 475).
- Bronpublicatie:
15-11-2006, Stcrt. 2006, 229 (uitgifte: 23-11-2006, regelingnummer: FM2006-02672M)
- Inwerkingtreding
01-01-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-2006, Stb. 2006, 664 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Verzekeringsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Trustkantoren die werkzaam mogen zijn in Nederland op grond van artikel 2 van de Wet toezicht trustkantoren zijn vrijgesteld van artikel 3:5, eerste lid, van de wet, voorzover:
- a.
het aantrekken, ter beschikking hebben of ter beschikking krijgen van de opvorderbare gelden rechtstreeks voortvloeit uit administratieve activiteiten die worden verricht op grond van een overeenkomst tussen het trustkantoor en degene van wie de gelden worden aangetrokken, op basis waarvan het trustkantoor diensten als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, onder 2°, van de Wet toezicht trustkantoren verleent;
- b.
zij de opvorderbare gelden tijdelijk beheren; en
- c.
zij de opvorderbare gelden scheiden van de gelden van het trustkantoor door de opvorderbare gelden aan te houden op een afgescheiden rekening.
2.
Artikel 25 van de Wet op het notarisambt is van overeenkomstige toepassing op de afgescheiden rekening, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c.