Regeling inkomstenderving vrijgevestigde medische beroepsbeoefenaren
Artikel 8
Geldend
Geldend vanaf 01-02-2001
- Redactionele toelichting
Goedgekeurd door Volksgezondheid, Welzijn en Sport bij de Regeling van 02-11-2000.
- Bronpublicatie:
26-01-2000, Stcrt. 2000, 243 (uitgifte: 14-12-2000, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-02-2001
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-01-2000, Stcrt. 2000, 243 (uitgifte: 14-12-2000, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Sociale zekerheid ziektekosten / Bijzondere ziektekosten
1.
Bij de bepaling van de compensatie wordt het gehele praktijkinkomen betrokken.
Voorts wordt rekening gehouden met de ontwikkeling van de tarieven voor de prestaties van de betrokken vrij gevestigde medische beroepsbeoefenaar, waarbij de bovengrens wordt gevormd door het norminkomen, zoals dat gold voor de compensabele periode. De tarieven voor vrij gevestigde medische beroepsbeoefenaren kennen een inkomensbestanddeel en een kostenvergoedingsbestanddeel. Voor de berekening van saneringskosten is relevant het praktijkinkomstenbestanddeel van de totale praktijkontvangsten. Daling hiervan kan tot compensatie leiden. Geen compensatie is mogelijk voor een daling van het kostenvergoedingsbestanddeel van de praktijkontvangsten.
2.
In het norminkomen is een forfaitair bedrag aan pensioenpremie opgenomen.
Werkelijke hogere uitgaven voor pensioenpremie worden niet als kosten aangemerkt bij de bepaling van de toe te kennen compensatie.
3.
Bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid zal de compensatieregeling naar rato toepassing krijgen.
4.
In geval van formeel of feitelijk parttimeschap zal de compensatieregeling naar rato worden toegepast. Bepalend voor de quote van parttimeschap is de verhouding tussen inkomsten verkregen uit de beroepsbeoefening in de desbetreffende ziekenhuisvoorziening en uit overige arbeid.
5.
Het forfaitaire niveau van de praktijkkosten is 30% van de praktijkomzet.
Voorbeeld:
Kosten meewerkende echtgenote/echtgenoot of rentekosten worden niet afzonderlijk beoordeeld, maar als onderdeel van de praktijkkosten forfaitair behandeld.
6.
Als een ziekenhuisvoorziening in de loop van het jaar wordt gesloten, worden de praktijkkosten van de beroepsbeoefenaar over dat jaar naar tijdsevenredigheid verdeeld.