Einde inhoudsopgave
Omgevingswet
Artikel 8.4 (bijzondere bepaling over aansprakelijkheidsverzekering jachtgeweren)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
08-07-2020, Stb. 2020, 310 (uitgifte: 04-09-2020, kamerstukken: 34985)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Veiligheid en Justitie
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ministerie van Economische Zaken
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
Degene die schade heeft geleden als gevolg van het gebruik van een geweer ter uitvoering van deze wet heeft tegenover de verzekeraar door wie de burgerrechtelijke aansprakelijkheid voor die schade is gedekt, een eigen recht op schadevergoeding tot het beloop van een bij algemene maatregel van bestuur te bepalen maximumbedrag. Het tenietgaan van zijn schuld aan de verzekerde bevrijdt de verzekeraar niet tegenover de benadeelde, tenzij deze schadeloos is gesteld.
2.
Geen uit de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek over de verzekeringsovereenkomst of uit deze overeenkomst zelf voortvloeiende nietigheid of voortvloeiend verweer of verval kan door een verzekeraar aan een benadeelde worden tegengeworpen.
3.
De verzekeraar die de schade van een benadeelde geheel of ten dele vergoedt, hoewel de aansprakelijkheid voor die schade niet door een met hem gesloten overeenkomst was gedekt, heeft voor het bedrag van de schadevergoeding verhaal op degene die voor de schade aansprakelijk is.
4.
Als de overeenkomst een beding inhoudt dat de verzekerde persoonlijk voor een deel in de vergoeding van de schade zal bijdragen, blijft de verzekeraar toch tegenover de benadeelde gehouden tot betaling van de schadeloosstelling die op grond van de overeenkomst ten laste van de verzekerde blijft.