Einde inhoudsopgave
Multilateraal Verdrag ter implementatie van aan belastingverdragen gerelateerde maatregelen ter voorkoming van grondslaguitholling en winstverschuiving
Artikel 15 Definitie van een nauw met een onderneming verbonden persoon
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2018
- Bronpublicatie:
24-11-2016, Trb. 2017, 194 (uitgifte: 13-12-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-03-2018, Internet 2018, www.verdragenbank.overheid.nl (uitgifte: 23-03-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht / BEPS
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
1.
Voor de toepassing van de bepalingen van een gedekt belastingverdrag die gewijzigd zijn door artikel 12 (Kunstmatige ontwijking van de kwalificatie als vaste inrichting door middel van commissionairstructuren en soortgelijke strategieën), tweede lid, artikel 13 (Kunstmatige ontwijking van de kwalificatie als vaste inrichting door middel van uitzonderingen voor specifieke activiteiten), vierde lid, of artikel 14 (Splitsen van contracten), eerste lid, is een persoon nauw verbonden met een onderneming indien uit alle relevante feiten en omstandigheden blijkt dat de ene zeggenschap heeft over de andere of dat ze beide onder zeggenschap staan van dezelfde personen of ondernemingen. In elk geval wordt een persoon geacht nauw verbonden te zijn met een onderneming indien de ene direct of indirect meer dan 50 percent bezit van het uiteindelijke belang in de andere persoon (of, in het geval van een lichaam, meer dan 50 percent bezit van het totale aantal stemmen en de waarde van de aandelen van het lichaam of van het uiteindelijke belang in het vermogen van het lichaam) of indien een andere persoon direct of indirect meer dan 50 percent bezit van het uiteindelijke belang (of, in het geval van een lichaam, meer dan 50 percent bezit van het totale aantal stemmen en de waarde van de aandelen van het lichaam of van het uiteindelijke belang in het vermogen van het lichaam) in de persoon en in de onderneming.
2.
Een Partij die de voorbehouden heeft gemaakt die zijn omschreven in artikel 12 (Kunstmatige ontwijking van de kwalificatie als vaste inrichting door middel van commissionairstructuren en soortgelijke strategieën), vierde lid, in artikel 13 (Kunstmatige ontwijking van de kwalificatie als vaste inrichting door middel van uitzonderingen voor specifieke activiteiten), zesde lid, onderdeel a of c, en in artikel 14 (Splitsen van contracten), derde lid, onderdeel a, kan zich het recht voorbehouden dit artikel in zijn geheel niet toe te passen op het gedekte belastingverdrag waarop die voorbehouden van toepassing zijn.