Einde inhoudsopgave
Verdrag der Verenigde Naties inzake internationale koopovereenkomsten betreffende roerende zaken
Artikel 79 [Overmacht]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1988
- Bronpublicatie:
11-04-1980, Trb. 1986, 61 (uitgifte: 12-05-1986, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-1988
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-02-1991, Trb. 1991, 30 (uitgifte: 01-01-1991, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal privaatrecht / Bijzondere onderwerpen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
1.
Een partij is niet aansprakelijk voor een tekortkoming in de nakoming van een van haar verplichtingen, indien zij aantoont dat de tekortkoming werd veroorzaakt door een verhindering die buiten haar macht lag en dat van haar redelijkerwijs niet kon worden verwacht dat zij bij het sluiten van de overeenkomst met die verhindering rekening zou hebben gehouden of dat zij deze of de gevolgen ervan zou hebben vermeden of te boven zou zijn gekomen.
2.
Indien de tekortkoming van de partij te wijten is aan een tekortkoming van een derde die door haar is belast met de uitvoering van de gehele overeenkomst of een gedeelte hiervan, wordt die partij slechts van haar aansprakelijkheid bevrijd, indien:
- a.
zij krachtens het vorige lid hiervan wordt bevrijd; en
- b.
de derde bevrijd zou zijn, indien het bepaalde in dat lid op hem van toepassing zou zijn.
3.
De in dit artikel bedoelde bevrijding geldt voor het tijdvak gedurende hetwelk de verhindering bestaat.
4.
De partij die tekort schiet in de nakoming van haar verplichtingen, dient de andere partij in kennis te stellen van de verhindering en van de gevolgen hiervan voor haar vermogen om na te komen. Indien de kennisgeving niet door de andere partij wordt ontvangen binnen een redelijke termijn nadat de partij die tekortschiet met de verhindering bekend was of had behoren te zijn, is deze laatste aansprakelijk voor de uit het niet-ontvangen van de desbetreffende kennisgeving voortvloeiende schade.
5.
Niets in dit artikel verhindert partijen krachtens dit Verdrag enig ander recht dan dat op schadevergoeding, uit te oefenen.