Einde inhoudsopgave
Wet belastingen op milieugrondslag
Artikel 71c
Geldend
Geldend vanaf 05-04-2022
- Bronpublicatie:
16-03-2022, Stb. 2022, 132 (uitgifte: 04-04-2022, kamerstukken: 35216)
16-12-2020, Stb. 2020, 544 (uitgifte: 23-12-2020, kamerstukken: 35575)
- Inwerkingtreding
05-04-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-03-2022, Stb. 2022, 132 (uitgifte: 04-04-2022, kamerstukken: 35216)
16-03-2022, Stb. 2022, 132 (uitgifte: 04-04-2022, kamerstukken: 35216)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met de Wet minimum CO2-prijs elektriciteitsopwekking (16-03-2022, Stb. 132).
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
- Vakgebied(en)
Milieubelastingen (V)
1.
De belasting wordt geheven van degene die een broeikasgasinstallatie exploiteert. De exploitant van een broeikasgasinstallatie is de exploitant, bedoeld in artikel 16.11, eerste lid, tweede zin, van de Wet milieubeheer.
2.
Indien de werking van een broeikasgasinstallatie is beëindigd, wordt de belasting geheven van degene die als laatste de broeikasgasinstallatie heeft geëxploiteerd.