Einde inhoudsopgave
Belastingwet BES
Artikel 8.44 Aanmaning en interest
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Bronpublicatie:
18-12-2019, Stb. 2019, 510 (uitgifte: 27-12-2019, kamerstukken: 35302)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2019, Stb. 2019, 510 (uitgifte: 27-12-2019, kamerstukken: 35302)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Belastingrecht algemeen (V)
1.
Een belastingschuldige die een belastingaanslag niet binnen de gestelde termijn betaalt, wordt door de ontvanger aangemaand om alsnog binnen veertien dagen het verschuldigde te voldoen, met kennisgeving dat hij bij gebreke daarvan door rechtsmiddelen tot betaling zal worden gedwongen.
2.
Bij overschrijding van een voor de belastingaanslag geldende betalingstermijn wordt aan de belastingschuldige een interest in rekening gebracht over het op de belastingaanslag openstaande bedrag van zes percent per jaar, met een minimum van één USD en verder naar boven afgerond tot een veelvoud van USD 0,50 met dien verstande dat dit bedrag wordt verlaagd ingeval de belastingaanslag wordt verminderd. De interest wordt enkelvoudig berekend over het tijdvak dat aanvangt op de dag waarop de belastingaanslag invorderbaar is ingevolge artikel 8.43 en eindigt op de dag voorafgaand aan die van de betaling of verrekening.
3.
Indien een belastingaanslag leidt tot een uit te betalen bedrag en de uitbetaling of verrekening hiervan later plaatsvindt dan twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet, wordt aan de belastingschuldige een interest vergoed over het uit te betalen bedrag van zes percent per jaar, met een minimum van één USD en verder naar boven afgerond tot een veelvoud van USD 0,50. De interest wordt enkelvoudig berekend over het tijdvak dat aanvangt op de dag na de dagtekening van de tot uitbetaling strekkende belastingaanslag en eindigt op de dag voorafgaand aan die van de betaling of verrekening.
4.
Interest wordt niet vergoed voor zover het aan de belastingschuldige is te wijten dat de uitbetaling of verrekening niet tijdig is geschied.