Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde verordening (EU) 2019/331 tot vaststelling van een voor de hele Unie geldende overgangsregeling voor de geharmoniseerde kosteloze toewijzing van emissierechten overeenkomstig artikel 10 bis van Richtlijn 2003/87/EG
Bijlage VIII Bepaling van de in aanmerking komende lidstaten overeenkomstig artikel 22 ter, lid 3
Geldend
Geldend vanaf 04-04-2024
- Bronpublicatie:
30-01-2024, PbEU L 2024, 2024/873 (uitgifte: 04-04-2024, regelingnummer: 2024/873)
- Inwerkingtreding
04-04-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-01-2024, PbEU L 2024, 2024/873 (uitgifte: 04-04-2024, regelingnummer: 2024/873)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Lucht
Milieurecht (V)
Installaties in bepaalde lidstaten kunnen in aanmerking komen voor aanvullende kosteloze toewijzing voor stadsverwarming overeenkomstig artikel 10 ter, lid 4, van Richtlijn 2003/87/EG.
1. Methodologie
Overeenkomstig artikel 10 ter, lid 4, van Richtlijn 2003/87/EG moet voor het gemiddelde van de jaren 2014 tot en met 2018 aan de volgende voorwaarde worden voldaan opdat de lidstaten in aanmerking komen voor aanvullende kosteloze toewijzing overeenkomstig artikel 22 ter, lid 3:
2. In aanmerking komende lidstaten
Volgens de in punt 1 beschreven methode komen installaties in de volgende lidstaten in aanmerking voor aanvullende kosteloze toewijzing overeenkomstig artikel 22 ter, lid 3:
- a)
Bulgarije;
- b)
Tsjechië;
- c)
Letland;
- d)
Polen..