Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2009/138/EG betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II)
Artikel 77 quater Berekening van de matchingopslag
Geldend
Geldend vanaf 23-05-2014
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 01-01-2016.
- Bronpublicatie:
16-04-2014, PbEU 2014, L 153 (uitgifte: 22-05-2014, regelingnummer: 2014/51/EU)
- Inwerkingtreding
23-05-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-04-2014, PbEU 2014, L 153 (uitgifte: 22-05-2014, regelingnummer: 2014/51/EU)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Verzekeringsrecht / Algemeen
Verzekeringsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Voor elke munteenheid wordt de matchingopslag als bedoeld in artikel 77 ter berekend in overeenstemming met de volgende beginselen:
- a)
de matchingopslag moet gelijk zijn aan het verschil tussen:
- i)
de jaarlijkse effectieve rente, berekend als de unieke discontovoet die — wanneer hij wordt toegepast op de kasstromen uit de portefeuille van verzekerings- of herverzekeringsverplichtingen — resulteert in een waarde die gelijk is aan de waarde van de toegewezen activaportefeuille als bedoeld in artikel 75;
- ii)
de jaarlijkse effectieve rente, berekend als de unieke discontovoet die — wanneer hij wordt toegepast op de kasstromen uit de portefeuille van verzekerings- of herverzekeringsverplichtingen — resulteert in een waarde die gelijk is aan de waarde van de beste schatting van de portefeuille verzekerings- of herverzekeringsverplichtingen, met inachtneming van de tijdswaarde van geld en met gebruikmaking van de risicovrije basisrentetermijnstructuur;
- b)
in de matchingopslag moet niet de fundamentele spread zijn verrekend die de risico's weerspiegelt welke ten laste blijven van verzekerings- of herverzekeringsondernemingen;
- c)
niettegenstaande hetgeen is bepaald onder a), moet de fundamentele spread worden verhoogd indien dit nodig is om te waarborgen dat de matchingopslag voor activa met een lagere dan investeringswaardige kredietkwaliteit niet groter is dan de matchingopslag voor activa met een investeringswaardige kredietkwaliteit en dezelfde looptijd, en behorend tot dezelfde activacategorie;
- d)
het gebruik van externe kredietbeoordelingen bij de berekening van de matchingopslag dient in overeenstemming te zijn met artikel 111, lid 1, onder n).
2.
Voor de toepassing van lid 1, onder b), dient de fundamentele spread:
- a)
gelijk te zijn aan de som van:
- i)
de kredietspread die de kans op wanbetaling voor de betrokken activa weerspiegelt;
- ii)
de kredietspread die het verwachte verlies als gevolg van de afwaardering van de activa weergeeft;
- b)
voor vorderingen op de centrale overheden en centrale banken van lidstaten, niet lager te zijn dan 30 % van het langetermijngemiddelde van de spread ten opzichte van de risicovrije basisrente voor activa met dezelfde looptijd en dezelfde kredietwaardigheid en uit dezelfde activacategorie, zoals gemeten op de financiële markten;
- c)
voor andere activa dan vorderingen op de centrale overheden en centrale banken van lidstaten, niet lager te zijn dan 35 % van het langetermijngemiddelde van de spread ten opzichte van de risicovrije basisrente voor activa met dezelfde looptijd en dezelfde kredietwaardigheid en uit dezelfde activacategorie, zoals gemeten op de financiële markten.
De kans op wanbetaling als bedoeld in de eerste alinea, onder a), i), wordt berekend op basis van de langetermijnwanbetalingsstatistieken die voor het bewuste actief relevant zijn in verhouding tot de looptijd, de kredietwaardigheid en de betrokken activacategorie.
Indien uit de wanbetalingsstatistieken als bedoeld in de tweede alinea geen betrouwbare kredietspread kan worden afgeleid, is de fundamentele spread gelijk aan het deel van het langetermijngemiddelde van de spread ten opzichte van de risicovrije rente als bedoeld onder b) en c).