Einde inhoudsopgave
Regeling op het specifiek cultuurbeleid
Artikel 2.11 Voorschotten
Geldend
Geldend vanaf 12-11-2019
- Bronpublicatie:
30-10-2019, Stcrt. 2019, 61036 (uitgifte: 11-11-2019, regelingnummer: 17644318)
- Inwerkingtreding
12-11-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-10-2019, Stcrt. 2019, 61036 (uitgifte: 11-11-2019, regelingnummer: 17644318)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
1.
De minister betaalt als voorschot per kwartaal een gelijk deel van het subsidiebedrag dat aan een instelling is verleend.
2.
Een kwartaal als bedoeld in het eerste lid is gelijk aan de periode van de eerste drie maanden, de tweede drie maanden, de derde drie maanden of de vierde drie maanden van een kalenderjaar.
3.
Indien de liquiditeitsbehoefte van de subsidieontvanger om een ander betaalritme vraagt, kan de minister in afwijking van het eerste lid een groter of kleiner deel van de subsidie als voorschot betalen in door hem te bepalen termijnen.
4.
De liquiditeitsbehoefte, bedoeld in het derde lid, volgt uit documenten van de aanvrager, dan wel wordt ambtshalve vastgesteld door de minister.
5.
Indien de subsidie wordt gewijzigd op grond van artikel 2.10, eerste of tweede lid, wordt de bevoorschotting overeenkomstig de wijziging aangepast.