Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 508/2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006, (EG) nr. 791/2007 en (EU) nr. 1255/2011
Artikel 13 Begrotingsmiddelen onder gedeeld beheer
Geldend
Geldend vanaf 23-07-2022
- Bronpublicatie:
18-07-2022, PbEU 2022, L 195 (uitgifte: 22-07-2022, regelingnummer: 2022/1278)
- Inwerkingtreding
23-07-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-07-2022, PbEU 2022, L 195 (uitgifte: 22-07-2022, regelingnummer: 2022/1278)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Overheidsfinanciën / EU-financiën
1.
De voor de periode van 2014 tot en met 2020 voor vastleggingen onder gedeeld beheer beschikbare EFMZV-middelen bedragen 5 749 331 600 EUR, in lopende prijzen, overeenkomstig de in bijlage II vastgestelde jaarlijkse verdeling.
2.
Van de in lid 1 vermelde begrotingsmiddelen wordt 580 000 000 EUR toegewezen voor in artikel 76 bedoelde controle- en handhavingsmaatregelen.
3.
Van de in lid 1 vermelde begrotingsmiddelen wordt 520 000 000 EUR toegewezen voor in artikel 77 bedoelde maatregelen inzake gegevensverzameling.
4.
Van de in lid 1 vermelde begrotingsmiddelen wordt 192 500 000 EUR toegewezen voor de in titel V, hoofdstuk V, bedoelde compensatie ten bate van de ultraperifere gebieden. Die compensatie bedraagt jaarlijks niet meer dan:
- a)
6 450 000 EUR voor de Azoren en Madeira;
- b)
8 700 000 EUR voor de Canarische Eilanden;
- c)
12 350 000 EUR voor de Franse ultraperifere gebieden bedoeld in artikel 349 VWEU.
5.
De lidstaten kunnen de op grond van de leden 2 en 3 beschikbare middelen door elkaar gebruiken.
6.
Van de in de leden 2 en 3 bedoelde begrotingsmiddelen kan 10 % worden toegewezen voor maatregelen in verband met de beperking van de gevolgen van de Covid‐19-uitbraak.
7.
De in de leden 2 en 3 van dit artikel bedoelde begrotingsmiddelen kunnen worden overgeheveld naar de in artikel 33, lid 1, punt d), artikel 44, lid 4 bis, artikel 67 en artikel 68, lid 3, bedoelde steun ter verlichting van de gevolgen van de aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne op de visserijactiviteiten en ter beperking van de effecten van de marktverstoring als gevolg van die aanvalsoorlog op de toeleveringsketen van visserij- en aquacultuurproducten.