Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2022/2472 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard
Artikel 12 Evaluatie
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Bronpublicatie:
14-12-2022, PbEU 2022, L 327 (uitgifte: 21-12-2022, regelingnummer: 2022/2472)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-12-2022, PbEU 2022, L 327 (uitgifte: 21-12-2022, regelingnummer: 2022/2472)
- Vakgebied(en)
Staatssteun (V)
1.
Voor de in artikel 1, lid 3, bedoelde steunregelingen is een evaluatie achteraf vereist indien het staatssteunbudget of de geboekte uitgaven meer bedragen dan 150 miljoen EUR in een bepaald jaar of meer dan 750 miljoen EUR over de totale looptijd ervan, d.w.z. de gecombineerde looptijd van de regeling en alle voorgaande regelingen die een soortgelijk doel en geografisch gebied bestrijken en op of na 1 januari 2023 zijn ingegaan. Gezien de doelstellingen van de evaluatie, en om de lidstaten niet onevenredig te belasten, is de evaluatie achteraf enkel vereist voor steunregelingen die een totale looptijd van meer dan drie jaar hebben en op of na 1 januari 2023 zijn ingegaan.
2.
Van de vereiste evaluatie achteraf kan worden afgezien voor steunregelingen die een onmiddellijke opvolger zijn van een regeling die een soortgelijk doel en geografisch gebied bestreek en waarvoor een evaluatie is verricht, een eindevaluatieverslag is opgesteld volgens het door de Commissie goedgekeurde evaluatieplan en geen negatieve bevindingen zijn vastgesteld. Als het eindevaluatieverslag van een regeling niet strookt met het goedgekeurde evaluatieplan, wordt de betrokken regeling onmiddellijk opgeschort. Steunregelingen die een opvolger zijn van een dergelijke opgeschorte regeling, genieten het voordeel van de groepsvrijstelling niet.
3.
In de evaluatie wordt nagegaan of is voldaan aan de aannames en de voorwaarden die aan de verenigbaarheid van de regeling ten grondslag liggen, en met name of de steunmaatregel noodzakelijk en doeltreffend is in het licht van de algemene en de specifieke doelstellingen ervan. Voorts wordt in de evaluatie beoordeeld wat de impact van de regeling is op de mededinging en de handel.
4.
Voor steunregelingen die op grond van lid 1 moeten worden geëvalueerd, melden de lidstaten binnen de volgende termijnen een ontwerpevaluatieplan aan:
- a)
uiterlijk twintig werkdagen na de inwerkingtreding van de regeling indien het staatssteunbudget voor de regeling in een bepaald jaar meer dan 150 miljoen EUR bedraagt of over de totale looptijd van de regeling hoger is dan 750 miljoen EUR;
- b)
uiterlijk dertig werkdagen na een aanzienlijke wijziging die het budget voor de regeling verhoogt tot meer dan 150 miljoen EUR in een bepaald jaar of tot meer dan 750 miljoen EUR over de totale looptijd van de regeling;
- c)
uiterlijk dertig werkdagen nadat in de officiële boekhouding uitgaven uit hoofde van de regeling zijn geregistreerd die in een bepaald jaar groter zijn dan 150 miljoen EUR.
5.
Het ontwerpevaluatieplan wordt opgesteld volgens de gemeenschappelijke methodiek voor staatssteunevaluatie die door de Commissie is vastgelegd. De lidstaten publiceren het door de Commissie goedgekeurde evaluatieplan.
6.
De evaluatie achteraf wordt op basis van het evaluatieplan uitgevoerd door een deskundige die onafhankelijk is van de steunverlenende autoriteit. Elke evaluatie omvat ten minste één tussentijds evaluatieverslag en één eindevaluatieverslag. De lidstaten publiceren beide verslagen.
7.
Het eindevaluatieverslag wordt uiterlijk negen maanden vóór het verstrijken van de vrijgestelde regeling bij de Commissie ingediend. Deze periode kan worden verkort voor regelingen waarvoor de evaluatievereiste in werking treedt in de loop van de laatste twee jaren van de uitvoering. De precieze reikwijdte van elke evaluatie en de nadere regelingen daaromtrent worden vastgesteld in het besluit tot goedkeuring van het evaluatieplan. Bij de aanmelding van een eventuele latere steunmaatregel met een soortgelijke doelstelling wordt beschreven hoe met de resultaten van de evaluatie rekening is gehouden.