Einde inhoudsopgave
Verdrag betreffende de sociale zekerheid van rijnvarenden (herzien)
Artikel 31
Geldend
Geldend vanaf 01-12-1987
- Bronpublicatie:
30-11-1979, Trb. 1981, 43 (uitgifte: 02-03-1981, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-12-1987
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-12-1987, Trb. 1987, 191 (uitgifte: 01-01-1987, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationale sociale zekerheid / Algemeen
1.
De invaliditeitsuitkeringen worden eventueel in ouderdomsuitkeringen omgezet op de voorwaarden gesteld door de wetgeving of de wetgevingen krachtens welke zij zijn toegekend, en overeenkomstig het bepaalde in Afdeling 3 van dit hoofdstuk.
2.
Wanneer degene die in het genot is van invaliditeitsuitkeringen, verkregen krachtens de wetgeving van één of meer Verdragsluitende Partijen, aanspraak kan maken op ouderdomsuitkeringen, blijft, in het in artikel 36 bedoelde geval, elk orgaan dat invaliditeitsuitkeringen, die nog niet in ouderdomsuitkeringen kunnen worden omgezet, verschuldigd is, aan deze rechthebbende ook verder de invaliditeitsuitkeringen verlenen waarop hij krachtens de door dat orgaan toegepaste wetgeving recht heeft, en wel tot het tijdstip waarop het vorige lid door dit orgaan wordt toegepast.
3.
Indien echter in het, in het vorige lid, bedoelde geval de invaliditeitsuitkeringen overeenkomstig artikel 27 zijn toegekend, kan het orgaan dat deze uitkeringen verschuldigd blijft, artikel 36, eerste lid, sub a), toepassen, alsof degene die bedoelde uitkeringen geniet, voldeed aan de door de wetgeving van de betrokken Verdragsluitende Partij gestelde voorwaarden voor het recht op ouderdomsuitkeringen; daarbij wordt het in artikel 33, tweede lid bedoelde theoretische bedrag vervangen door het bedrag van de door genoemd orgaan verschuldigde invaliditeitsuitkeringen.