Einde inhoudsopgave
Politiewet 2012
Artikel 9 [Ambtsinstructie]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Bronpublicatie:
18-05-2022, Stb. 2022, 216 (uitgifte: 10-06-2022, kamerstukken: 35759)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-11-2022, Stb. 2022, 478 (uitgifte: 30-11-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Politierecht (V)
1.
Bij algemene maatregel van bestuur wordt een ambtsinstructie voor de politie en voor de Koninklijke marechaussee vastgesteld.
2.
Indien de militair van enig ander onderdeel van de krijgsmacht op grond van deze wet bijstand verleent is de ambtsinstructie van toepassing.
3.
In de ambtsinstructie worden regels gesteld ter uitvoering van de artikelen 6 en 7.
4.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld omtrent maatregelen waaraan rechtens van hun vrijheid beroofde personen met het oog op hun insluiting kunnen worden onderworpen, voor zover dit noodzakelijk is in het belang van hun veiligheid of de veiligheid van anderen.
5.
Het vierde lid is van overeenkomstige toepassing op personen die ten behoeve van de hulpverlening aan hen zijn ondergebracht bij de politie of de Koninklijke marechaussee.
6.
De ambtenaren die door Onze Minister zijn aangewezen voor het vervoer van rechtens van hun vrijheid beroofde personen, kunnen de bevoegdheden, bedoeld in artikel 7, eerste, derde en vierde lid, uitoefenen, dan wel de maatregelen, bedoeld in het vierde lid, treffen, voor zover dit noodzakelijk is om te voorkomen dat de te vervoeren persoon zich onttrekt aan het op hem uitgeoefende toezicht. De eerste volzin is van toepassing voor zover de rechtens van hun vrijheid beroofde personen zijn ondergebracht bij de politie of de Koninklijke marechaussee.
7.
De voordracht voor de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het eerste en het vierde lid, geschiedt door Onze Minister in overeenstemming met Onze Minister van Defensie voor zover het de Koninklijke marechaussee betreft.