Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2015/2365 betreffende de transparantie van effectenfinancieringstransacties en van hergebruik en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012
Artikel 4 Rapportageverplichting en bescherming met betrekking tot SFT's
Geldend
Geldend vanaf 12-01-2016
- Bronpublicatie:
25-11-2015, PbEU 2015, L 337 (uitgifte: 23-12-2015, regelingnummer: 2015/2365)
- Inwerkingtreding
12-01-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-11-2015, PbEU 2015, L 337 (uitgifte: 23-12-2015, regelingnummer: 2015/2365)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Tegenpartijen bij SFT's rapporteren de gegevens over SFT's die zij hebben gesloten, en eventuele wijzigingen in de transacties of de beëindiging ervan, aan een overeenkomstig artikel 5 geregistreerd of een overeenkomstig artikel 19 erkend transactieregister. Deze gegevens worden uiterlijk op de werkdag volgend op de sluiting, wijziging of beëindiging van de transactie gerapporteerd.
De in de eerste alinea bedoelde rapportageverplichting is van toepassing op SFT's die:
- a)
zijn gesloten vóór de in artikel 33, lid 2, onder a), bedoelde relevante datum van toepassing en op die datum nog steeds uitstaan, indien:
- i)
de resterende looptijd van die SFT's op die datum meer dan 180 dagen bedraagt, of
- ii)
die SFT's een open looptijd hebben en 180 dagen na die datum blijven uitstaan;
- b)
worden gesloten op of na de in artikel 33, lid 2, onder a), bedoelde relevante datum van toepassing.
De in de tweede alinea, onder a), bedoelde SFT's worden binnen 190 dagen na de in artikel 33, lid 2, onder a), bedoelde relevante datum van toepassing gerapporteerd.
2.
Een aan de rapportageverplichting onderworpen tegenpartij kan het rapporteren van gegevens over SFT's delegeren.
3.
Indien een financiële tegenpartij een SFT sluit met een niet-financiële tegenpartij die op de balansdatum de grensbedragen voor ten minste twee van de drie in artikel 3, lid 3, van Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en de Raad (1) omschreven criteria niet overschrijdt, is de financiële tegenpartij voor de rapportage namens beide tegenpartijen verantwoordelijk.
Indien de tegenpartij bij SFT's een door een beheermaatschappij beheerde icbe is, rust de rapportageverplichting namens die icbe op de beheermaatschappij.
Indien de tegenpartij bij SFT's een abi is, rust de rapportageverplichting namens die abi op de abi-beheerder ervan.
4.
Tegenpartijen houden gedurende ten minste vijf jaar na de beëindiging van een transactie een vastlegging bij van alle SFT's die zij hebben gesloten, gewijzigd of beëindigd.
5.
Indien er geen transactieregister beschikbaar is om de gegevens over SFT's vast te leggen, zorgen de tegenpartijen ervoor dat dergelijke gegevens aan de Europese Toezichthoudende Autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten)(European Securities and Markets Authority — ‘ESMA’) worden gerapporteerd.
In die gevallen zorgt de ESMA ervoor dat alle in artikel 12, lid 2, bedoelde relevante entiteiten toegang hebben tot alle gegevens over SFT's die zij nodig hebben om hun respectieve taken en opdrachten te vervullen.
6.
Met betrekking tot de uit hoofde van dit artikel ontvangen informatie houden de transactieregisters en de ESMA zich aan de betreffende bepalingen inzake vertrouwelijkheid, integriteit en bescherming van de informatie, en voldoen zij met name aan de in artikel 80 van Verordening (EU) nr. 648/2012 vastgestelde verplichtingen. Voor de toepassing van dit artikel worden verwijzingen in artikel 80 van Verordening (EU) nr. 648/2012 naar artikel 9 daarvan en naar ‘derivatencontracten’ beschouwd als verwijzingen naar dit artikel, respectievelijk ‘SFT's’.
7.
Een tegenpartij die de gegevens over een SFT aan een transactieregister of aan de ESMA meldt, dan wel een entiteit die dergelijke gegevens namens een tegenpartij rapporteert, wordt niet geacht enige bij contract of bij een wettelijke of bestuursrechtelijke bepaling opgelegde openbaarmakingsbeperking te overtreden.
8.
Noch op de rapporterende entiteit, noch op de leiding of de werknemers ervan rust enige uit die openbaarmaking voortvloeiende aansprakelijkheid.
9.
Om een consistente toepassing van dit artikel en consistentie met de rapportage uit hoofde van artikel 9 van Verordening (EU) nr. 648/2012 en internationaal overeengekomen normen te garanderen, stelt de ESMA, in nauwe samenwerking met en rekening houdend met de behoeften van het ESCB, ontwerpen van technische reguleringsnormen op, waarin wordt aangegeven welke gegevens uit hoofde van de leden 1 tot en met 5 van dit artikel voor de verschillende soorten SFT's moeten worden gerapporteerd; de rapportage omvat ten minste de volgende gegevens:
- a)
de partijen bij de SFT en, indien verschillend, de begunstigde van de daaruit voortvloeiende rechten en verplichtingen;
- b)
de hoofdsom; de valuta; de als zekerheden gebruikte activa en het type, de kwaliteit en de waarde ervan; de voor het verstrekken van de zekerheden gevolgde methode; of er zekerheden beschikbaar zijn voor hergebruik; in het geval de zekerheden van andere activa te onderscheiden zijn, of zij zijn hergebruikt; enigerlei vervanging van de zekerheden; de reporente, de leningvergoeding of de margeleningsrente; enigerlei haircut; de valutadatum; de vervaldatum; de eerste datum waarop vervroegde aflossing kan plaatsvinden, en het marktsegment;
- c)
afhankelijk van de SFT gegevens over:
- i)
de herbelegging van zekerheden in de vorm van contanten;
- ii)
de effecten of grondstoffen die worden uitgeleend of ingeleend.
Bij het ontwikkelen van die ontwerpen van technische normen houdt de ESMA rekening met de technische eigenheden van de activapools en wordt de mogelijkheid geboden om, waar passend, positiegegevens van zekerheden te rapporteren.
De ESMA dient deze ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 13 januari 2017 bij de Commissie in.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid overgedragen de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.
10.
Om eenvormige voorwaarden voor de toepassing van lid 1 van dit artikel te garanderen en, voor zover mogelijk, consistentie met de rapportage uit hoofde van artikel 9 van Verordening (EU) nr. 648/2012 en een harmonisering van formats tussen transactieregisters te bewerkstelligen, stelt de ESMA, in nauwe samenwerking met en rekening houdend met de behoeften van het ESCB, ontwerpen van technische uitvoeringsnormen op betreffende het format en de frequentie van de in de leden 1 en 5 van dit artikel voor de verschillende soorten SFT's bedoelde rapporten.
Het format bevat met name:
- a)
mondiale identificatiecodes van juridische entiteiten (legal entity identifiers — LEI's) of, in afwachting van de volledige implementatie van het mondiale systeem voor identificatie van juridische entiteiten, pre-LEI's;
- b)
internationale effectenidentificatiecodes (international securities identification numbers — ISIN's), en
- c)
unieke transactie-identificatiecodes.
Bij het opstellen van die ontwerpen van technische normen houdt de ESMA rekening met internationale ontwikkelingen en met op Unie- of wereldniveau overeengekomen normen.
De ESMA dient deze ontwerpen van technische uitvoeringsnormen uiterlijk op 13 januari 2017 bij de Commissie in.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.
Voetnoten
Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en van de Raad van 26 juni 2013 betreffende de jaarlijkse financiële overzichten, geconsolideerde financiële overzichten en aanverwante verslagen van bepaalde ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad (PB L 182 van 29.6.2013, blz. 19).