Einde inhoudsopgave
Invoerings- en aanpassingswet Pensioenwet
Artikel 52 Aanwijzing
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2007
- Bronpublicatie:
07-12-2006, Stb. 2006, 706 (uitgifte: 22-12-2006, kamerstukken: 30655)
- Inwerkingtreding
01-01-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2006, Stb. 2006, 707 (uitgifte: 22-12-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
1.
Een aanwijzing die is gegeven met betrekking tot een overtreding van een voorschrift gesteld bij of krachtens de Pensioen- en spaarfondsenwet wordt na de datum van inwerkingtreding van artikel 1 van de Pensioenwet aangemerkt als een aanwijzing als bedoeld in artikel 171 van de Pensioenwet.
2.
De toezichthouder kan na de datum van inwerkingtreding van artikel 1 van de Pensioenwet, onder toepassing van het op de peildatum geldende recht, een aanwijzing geven met betrekking tot een, voor de inwerkingtreding van artikel 1 van de Pensioenwet, begane overtreding van een voorschrift gesteld bij of krachtens de Pensioen- en spaarfondsenwet.
3.
Een aanwijzing die is gegeven met betrekking tot een overtreding van een voorschrift gesteld bij of krachtens de Wet verplichte beroepspensioenregeling, zoals die luidde voor de datum van inwerkingtreding van deze wet, wordt na de datum van inwerkingtreding van deze wet aangemerkt als een aanwijzing als bedoeld in artikel 166 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling.
4.
De toezichthouder kan na de datum van inwerkingtreding van deze wet, onder toepassing van het voor de inwerkingtreding van deze wet geldende recht, een aanwijzing geven met betrekking tot een, voor de inwerkingtreding van deze wet, begane overtreding van een voorschrift gesteld bij of krachtens de Wet verplichte beroepspensioenregeling, zoals deze luidde voor de datum van inwerkingtreding van deze wet.