Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek Boek 7
Artikel 116 [Verboden bedingen]
Geldend
Geldend vanaf 19-09-2018
- Bronpublicatie:
15-06-2018, Stb. 2018, 228 (uitgifte: 20-07-2018, kamerstukken: 34887)
- Inwerkingtreding
19-09-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-09-2018, Stb. 2018, 312 (uitgifte: 18-09-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vastgoedrecht (V)
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
1.
Niet kan worden bedongen dat gedurende de contractsperiode een hogere koopprijs wordt vastgesteld, tenzij het met inachtneming van artikel 128 vastgestelde aanpassingen betreft van de in de overeenkomst vermelde rentevoet of het gaat om indexering aan de hand van een van overheidswege vastgesteld indexcijfer.
2.
Evenmin kan worden bedongen dat in geval de huurkoper in de nakoming van zijn verplichtingen tekortschiet, de huurkoopovereenkomst van rechtswege wordt ontbonden of eindigt, dan wel door de huurverkoper kan worden ontbonden of beëindigd zonder ingebrekestelling.
3.
De huurverkoper mag niet tot ontbinding of beëindiging overgaan dan nadat de bij de ingebrekestelling gestelde redelijke termijn van tenminste twee maanden is verstreken en de huurverkoper de huurkoper heeft uitgenodigd om met hem in overleg te treden over diens betalingsachterstand, tenzij dit van de huurverkoper in redelijkheid niet kan worden gevergd.