Einde inhoudsopgave
Besluit bouwwerken leefomgeving
Artikel 6.42 (keuring verwarmingssysteem)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
30-08-2023, Stb. 2023, 288 (uitgifte: 06-09-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
04-03-2020, Stb. 2020, 84 (uitgifte: 09-03-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-09-2023, Stb. 2023, 320 (uitgifte: 02-10-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
De toegankelijke delen van een verwarmingssysteem of gecombineerd ruimteverwarmings- en ventilatiesysteem met een nominaal vermogen van meer dan 70 kW worden ten minste eenmaal per vier jaar gekeurd.
2.
De keuring:
- a.
bevat een beoordeling van het rendement en de dimensionering van de warmtegenerator, gelet op de verwarmingsbehoeften van het gebouw; en
- b.
houdt rekening met het vermogen van het verwarmingssysteem of het gecombineerd ruimteverwarmings- en ventilatiesysteem om de prestaties onder typische of gemiddelde werkingsomstandigheden te optimaliseren.
3.
In afwijking van het tweede lid, bevat de keuring geen beoordeling van de dimensionering van de warmtegenerator als er sinds de laatste keuring geen wijziging heeft plaatsgevonden van het verwarmingssysteem, het gecombineerd ruimteverwarmings- en ventilatiesysteem of de verwarmingsbehoeften van het gebouw.
4.
Degene die de keuring verricht beschikt over een geldig certificaat dat is afgegeven door een instantie die door een accreditatie-instantie is geaccrediteerd om uitvoering te kunnen geven aan de Deelregeling voor verwarmingssystemen, onderdeel uitmakende van de Certificatieregeling voor het kwaliteitsmanagementsysteem ten behoeve van het uitvoeren van onderhoud en inspectie aan technische installaties, van de stichting SCIOS.
5.
Na de keuring wordt aan de eigenaar of huurder van het gebouw een keuringsverslag verstrekt dat ten minste het resultaat van de verrichte keuring alsmede aanbevelingen voor een kostenefficiënte verbetering van de energieprestatie van het gekeurde verwarmingssysteem of gecombineerd ruimteverwarmings- en ventilatiesysteem bevat.
6.
Dit artikel is niet van toepassing op:
- a.
een verwarmingssysteem of een gecombineerd verwarmings- en ventilatiesysteem:
- 1°
dat valt onder een overeengekomen energieprestatiecriterium of een contractuele regeling waarin een overeengekomen niveau van energie-efficiëntieverbetering is vermeld; of
- 2°
dat wordt beheerd door een energieleverancier als bedoeld in de artikelen 1, onder ah, van de Gaswet, 1, onder f, van de Elektriciteitswet 1998 en 1 van de Warmtewet of een netbeheerder als bedoeld in de artikelen 1, onder e, van de Gaswet, 1, onder k, van de Elektriciteitswet 1998 en 1 van de Warmtewet;
mits met de aanpak onder 1° of 2° hetzelfde resultaat wordt bereikt als met de keuring, bedoeld in het eerste en tweede lid; of
- b.
een verwarmingssysteem in een gebouw met een systeem voor gebouwautomatisering en -controle als bedoeld in artikel 3.146.