Einde inhoudsopgave
Protocol tot Uitbanning van de Illegale Handel in Tabaksproducten
Artikel 8 Volgen en traceren
Geldend
Geldend vanaf 25-09-2018
- Bronpublicatie:
12-11-2012, Trb. 2014, 155 (uitgifte: 14-08-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
25-09-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-08-2020, Trb. 2020, 74 (uitgifte: 03-08-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Rechtshandhaving
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
1.
Ten behoeve van de verdere beveiliging van de toeleveringsketen en de hulp bij onderzoek naar de illegale handel in tabaksproducten stemmen de Partijen ermee in binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van dit Protocol een regeling vast te stellen voor wereldwijd volgen en traceren, bestaande uit nationale en/of regionale volg- en traceersystemen en een mondiaal steunpunt voor de uitwisseling van informatie, ondergebracht bij het Secretariaat van het WHO-Kaderverdrag inzake tabaksontmoediging, dat toegankelijk is voor alle Partijen, hetgeen Partijen in staat stelt onderzoek te verrichten en relevante informatie te ontvangen.
2.
Elke Partij stelt in overeenstemming met dit artikel een volg- en traceersysteem in dat onder haar toezicht staat voor alle tabaksproducten die op haar grondgebied geproduceerd of ingevoerd worden, waarbij haar eigen nationale of regionale specifieke behoeften en beschikbare best practices in aanmerking worden genomen.
3.
Teneinde volgen en traceren effectief te maken, eist elke Partij dat binnen een periode van vijf jaar unieke, veilige en niet-verwijderbare identificatiemarkeringen (hierna ‘unieke identificatiemarkeringen’ genoemd), zoals codes of stempels, aangebracht worden op of deel uitmaken van alle verpakkingseenheden, verpakkingen en alle buitenverpakkingen van sigaretten en binnen een periode van tien jaar na de inwerkingtreding van dit Protocol voor deze Partij voor andere tabaksproducten.
4.1.
Elke Partij eist, ten behoeve van het derde lid, als onderdeel van de regeling voor wereldwijd volgen en traceren, dat de volgende informatie beschikbaar is, hetzij direct toegankelijk of via een link, om Partijen te helpen bij het vaststellen van de herkomst van tabaksproducten en, waar relevant, het punt van verdwijning alsook om het verkeer van tabaksproducten en hun juridische status te monitoren en controleren:
- a.
datum en locatie van productie;
- b.
productiefaciliteit;
- c.
machine gebruikt om tabaksproducten te produceren;
- d.
de productieshift of het tijdstip van productie;
- e.
de naam, de factuur, het ordernummer en de betaalgegevens van de eerste klant die niet verbonden is met de fabrikant;
- f.
de beoogde markt voor detailhandel;
- g.
productbeschrijving;
- h.
opslag en verzending;
- i.
de identiteit van een bekende volgende koper; en
- j.
de beoogde route voor de zending, datum van verzending, bestemming van de zending, het vertrekpunt en de geadresseerde.
4.2.
De informatie genoemd onder a, b, g en indien beschikbaar f, maakt deel uit van de unieke identificatiemarkeringen.
4.3.
Indien de informatie onder f niet beschikbaar is op het tijdstip van markeren, eisen de Partijen dat deze in overeenstemming met artikel 15, tweede lid, onderdeel a, van het WHO-Kaderverdrag inzake tabaksontmoediging wordt opgenomen.
5.
Elke Partij eist binnen de termijnen omschreven in dit artikel dat de informatie, vermeld in het vierde lid vastgelegd wordt op het tijdstip van productie, op het tijdstip van de eerste verzending door een fabrikant of op het tijdstip van invoer op haar grondgebied.
6.
Elke Partij ziet erop toe dat de informatie vastgelegd uit hoofde van het vijfde lid voor die Partij toegankelijk is door middel van een link met de unieke identificatiemarkeringen, die vereist zijn overeenkomstig het derde en vierde lid.
7.
Elke Partij ziet erop toe dat de informatie vastgelegd in overeenstemming met het vijfde lid, evenals de unieke identificatiemarkeringen die deze informatie toegankelijk maken in overeenstemming met het zesde lid, opgenomen worden in een vorm die vastgesteld of toegestaan is door de Partij en haar bevoegde autoriteiten.
8.
Elke Partij ziet erop toe dat de informatie vastgelegd uit hoofde van het vijfde lid op verzoek toegankelijk is voor het mondiale steunpunt voor de uitwisseling van informatie, overeenkomstig het bepaalde in het negende lid, door middel van een elektronische veilige standaard interface bij haar nationale en/of regionale centrale punt. Het mondiale steunpunt voor de uitwisseling van informatie stelt een lijst op van de bevoegde autoriteiten van de Partijen en maakt deze beschikbaar voor alle Partijen.
9.
Elke Partij of de bevoegde autoriteit:
- a.
krijgt tijdig toegang tot de informatie beschreven in het vierde lid na een verzoek aan het mondiale steunpunt voor de uitwisseling van informatie;
- b.
verzoekt uitsluitend om dergelijke informatie wanneer dit nodig is voor het opsporen of onderzoeken van illegale handel in tabaksproducten;
- c.
houdt geen informatie achter zonder goede gronden;
- d.
beantwoordt verzoeken om informatie met betrekking tot het vierde lid in overeenstemming met haar nationale recht; en
- e.
beschermt en behandelt alle uitgewisselde informatie als vertrouwelijk, zoals wederzijds overeengekomen.
10.
Elke Partij eist verdere ontwikkeling en uitbreiding van het bereik van het toepasselijke volg- en traceersysteem tot het moment waarop alle rechten, relevante belastingen en, waar van toepassing, andere verplichtingen voldaan zijn op het moment van productie, import of vrijgave van douane- of accijnscontrole.
11.
Zoals wederzijds overeengekomen, werken de Partijen samen met elkaar en met de bevoegde internationale organisaties bij het uitwisselen en ontwikkelen van best practices voor volg- en traceersystemen, met inbegrip van:
- a.
het vergemakkelijken van de ontwikkeling, overdracht en aankoop van verbeterde volg- en traceertechnologie, met inbegrip van kennis, vaardigheden, capaciteit en expertise;
- b.
ondersteuning voor training en programma's voor capaciteitsopbouw voor Partijen die blijk geven van de behoefte daaraan; en
- c.
verdere ontwikkeling van de technologie om verpakkingseenheden en verpakkingen van tabaksproducten te markeren en te scannen om de informatie, vermeld in het vierde lid, beschikbaar te maken.
12.
Verplichtingen die opgelegd zijn aan een Partij mogen niet uitgevoerd worden door of gedelegeerd worden aan de tabaksindustrie.
13.
Elke Partij ziet erop toe dat haar bevoegde autoriteiten die deelnemen aan het volg- en traceersysteem, uitsluitend interactie met de tabaksindustrie en de vertegenwoordigers van de belangen van de tabaksindustrie aangaan voor zover strikt noodzakelijk voor de uitvoering van dit artikel.
14.
Elke Partij kan eisen dat de tabaksindustrie alle kosten draagt die verbonden zijn met de verplichtingen van die Partij op grond van dit artikel.