Einde inhoudsopgave
Wet beveiliging netwerk- en informatiesystemen
Artikel 4 (bevoegde autoriteit; CSIRT voor digitale diensten)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2019
- Redactionele toelichting
Lid 2, onder b en 4 zijn in werking getreden.
- Bronpublicatie:
17-10-2018, Stb. 2018, 387 (uitgifte: 08-11-2018, kamerstukken: 34883)
- Inwerkingtreding
01-01-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-10-2018, Stb. 2018, 389 (uitgifte: 08-11-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Energierecht / Algemeen
Informatierecht / ICT
Openbare orde en veiligheid / Algemeen
1.
De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de NIB-richtlijn, is voor de sectoren, genoemd in bijlage II van die richtlijn:
Bevoegde autoriteit | Sector |
---|---|
Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat | energie |
digitale infrastructuur | |
De Nederlandsche Bank N.V. | bankwezen |
infrastructuur voor de financiële markt | |
Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat | vervoer |
levering en distributie van drinkwater | |
Onze Minister voor Medische Zorg | gezondheidszorg |
2.
Voor de digitale diensten, genoemd in bijlage III van de NIB-richtlijn, is:
- a.
de bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de NIB-richtlijn: Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat;
- b.
het CSIRT: de bij koninklijk besluit aangewezen instantie.
3.
De bevoegde autoriteit heeft voor wat betreft de aanbieders van een essentiële dienst in de betrokken sector of sectoren, onderscheidenlijk voor de digitaledienstverleners, tot taak zorg te dragen voor de bestuursrechtelijke handhaving van het bepaalde bij of krachtens deze wet.
4.
Het CSIRT voor digitale diensten heeft voor wat betreft digitaledienstverleners de in bijlage I, onder 2, van de NIB-richtlijn genoemde taken.