Einde inhoudsopgave
Handvest van de grondrechten van de Europese Unie
Artikel 12 De vrijheid van vergadering en vereniging
Geldend
Geldend vanaf 01-12-2009
- Redactionele toelichting
Deze wijziging treedt tegelijk in werking met het Verdrag van Lissabon van 13-12-2007, Trb. 2008, 11.
- Bronpublicatie:
12-12-2007, PbEU 2007, C 303 (uitgifte: 14-12-2007, regelingnummer: 2007/C303/01)
- Inwerkingtreding
01-12-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-02-2010, Trb. 2010, 43 (uitgifte: 05-02-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
EU-recht / Rechtsbescherming
1.
Eenieder heeft op alle niveaus, met name op politiek, vakverenigings- en maatschappelijk gebied, het recht op vrijheid van vreedzame vergadering en op vrijheid van vereniging, hetgeen mede omvat eenieders recht, ter bescherming van zijn belangen samen met anderen vakverenigingen op te richten of zich daarbij aan te sluiten.
2.
Politieke partijen op het niveau van de Unie dragen bij tot de uiting van de politieke wil van de burgers van de Unie.