Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake de veiligheid van VN-personeel en geassocieerd personeel
Artikel 22 Regeling van geschillen
Geldend
Geldend vanaf 15-01-1999
- Bronpublicatie:
09-12-1994, Trb. 1996, 62 (uitgifte: 13-02-1996, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
15-01-1999
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-03-2002, Trb. 2002, 61 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Elk geschil tussen twee of meer Staten die Partij zijn bij dit Verdrag inzake de uitleg of toepassing van dit Verdrag dat niet wordt geregeld door middel van onderhandelingen, wordt op verzoek van één van hen onderworpen aan arbitrage. Indien de partijen er binnen zes maanden na de datum van het verzoek om arbitrage niet in zijn geslaagd overeenstemming te bereiken over de organisatie van de arbitrage, kan een van die partijen het geschil voorleggen aan het Internationaal Gerechtshof door middel van een verzoek overeenkomstig het Statuut van het Gerechtshof.
2.
Elke Staat die Partij is bij dit Verdrag kan op het tijdstip van ondertekening, bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring van dit Verdrag of van toetreding daartoe verklaren dat hij zich niet gebonden acht door de bepalingen van het eerste lid of een gedeelte daarvan. De andere Staten die Partij zijn bij dit Verdrag zijn niet gebonden aan de bepalingen van het eerste lid of het desbetreffende gedeelte daarvan tegenover een Staat die Partij is bij dit Verdrag die een dergelijk voorbehoud heeft gemaakt.
3.
Een Staat die Partij is bij dit Verdrag die een voorbehoud heeft gemaakt overeenkomstig het tweede lid, kan dit voorbehoud te allen tijde intrekken door middel van een kennisgeving aan de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties.