Einde inhoudsopgave
Vreemdelingenwet 2000
Artikel 109 [Buitenwerkingstelling wet]
Geldend
Geldend vanaf 31-12-2011
- Bronpublicatie:
15-12-2011, Stb. 2011, 663 (uitgifte: 30-12-2011, kamerstukken: 32420)
- Inwerkingtreding
31-12-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-12-2011, Stb. 2011, 663 (uitgifte: 30-12-2011, kamerstukken: 32420)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht (V)
1.
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen, ter uitvoering van een voor Nederland bindend verdrag, EU-verordening, -richtlijn of -besluit, bepalingen van deze wet geheel of gedeeltelijk buiten werking worden gesteld, indien dat, naar het gevoelen van de Ministerraad, noodzakelijk is om binnen twaalf maanden uitvoering te geven aan het verdrag of het besluit en daartoe deze wet in overeenstemming moet worden gebracht met het verdrag of het besluit.
2.
De voordracht voor een krachtens het eerste lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan de beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
3.
Onze Minister bevordert dat zo spoedig mogelijk na de vaststelling van een krachtens het eerste lid vastgestelde algemene maatregel van bestuur een voorstel van wet bij de Staten-Generaal wordt ingediend, dat ertoe strekt de wet in overeenstemming te brengen met het verdrag of besluit, bedoeld in het eerste lid. Indien het voorstel wordt ingetrokken of indien een van de beide kamers der Staten-Generaal besluit het voorstel niet aan te nemen, wordt de algemene maatregel van bestuur terstond ingetrokken. Indien het voorstel tot wet wordt verheven, vervalt de algemene maatregel van bestuur op het tijdstip van inwerkingtreding van die wet.
4.
Ter uitvoering van een verdrag, EU-verordening, -richtlijn of -besluit, op grond waarvan de grenscontrole plaatsvindt aan buitengrenzen, wordt in de artikelen 5, tweede lid, 54, eerste lid, aanhef en onder a en e, 56, tweede lid, 59, derde lid, en 66a, vierde lid, onder ‘Nederland’ mede verstaan de gebieden waarop dat verdrag, die verordening, die richtlijn of dat besluit van toepassing is.
5.
Ter uitvoering van een verdrag, EU-verordening, -richtlijn of -besluit, bedoeld in het vierde lid, wordt in artikel 3, eerste lid, en artikel 12, eerste lid, onder ‘openbare orde’ alsmede ‘nationale veiligheid’ steeds mede verstaan de openbare orde in, onderscheidenlijk de nationale veiligheid van andere bij dat verdrag aangesloten staten.