Einde inhoudsopgave
Voorontwerp Insolventiewet
Artikel 6.2.9 Stemrecht
Geldend
Geldend vanaf 01-11-2007
- Bronpublicatie:
01-11-2007, Internet 2007, www.justitie.nl (uitgifte: 01-11-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-11-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-11-2007, Internet 2007, www.justitie.nl (uitgifte: 01-11-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Algemeen
1.
Tot stemming over het akkoord zijn bevoegd de schuldeisers van insolventievorderingen.
2.
Schuldeisers van vorderingen die gedekt zijn door pand, hypotheek of retentierecht zijn, in afwijking van het eerste lid, slechts tot stemmen bevoegd voor het gedeelte van hun vorderingen dat niet door parate executie kan worden voldaan, tenzij zij vóór de aanvang van de stemming afstand doen van hun recht van parate executie.
3.
Door deelneming aan de stemming worden de in het tweede lid bedoelde schuldeisers geacht afstand te doen van hun recht van parate executie, tenzij zij vooraf verklaren dat hun deelneming beperkt is tot het in het tweede lid bedoelde gedeelte van hun vorderingen. Zij herkrijgen dat recht niet, ongeacht of het akkoord wordt aanvaard, verworpen of overeenkomstig artikel 6.2.11 wordt vastgesteld.
4.
Voorafgaand aan de stemming wijst de rechter-commissaris op hetgeen is bepaald in het tweede en derde lid.
5.
Schuldeisers van vorderingen waarvoor het akkoord in geen enkel opzicht een beperking inhoudt zijn, in afwijking van het eerste lid, niet tot stemmen bevoegd. Deze schuldeisers worden in afwijking van artikel 4.4.8, tweede lid, niet opgeroepen voor de beraadslaging en beslissing over het akkoord.