Einde inhoudsopgave
Besluit diergeneeskundigen
Artikel 3.1 Toelating
Geldend
Geldend vanaf 11-03-2022
- Bronpublicatie:
25-02-2022, Stb. 2022, 107 (uitgifte: 10-03-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
11-03-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-02-2022, Stb. 2022, 107 (uitgifte: 10-03-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Dierenrecht / Algemeen
1.
Onze Minister laat tot het beroepsmatig verrichten van de in het tweede lid bedoelde diergeneeskundige handelingen toe, degene die beschikt over een krachtens de Wet educatie en beroepsonderwijs vastgestelde kwalificatie van dierenartsassistent paraveterinair.
2.
De handelingen, bedoeld in het eerste lid, zijn:
- a.
het uitvoeren van een behandeling of het onderzoeken van een dier met het oog op het voorkomen, genezen, verzachten, onderkennen of opheffen van een aandoening, dierziekte, zoönose, ziekteverschijnsel, gebrek, of van in- of uitwendig letsel of pijn, daaronder niet begrepen een operatie;
- b.
het verrichten van een lichamelijke ingreep bij het toepassen van een diergeneesmiddel, indien die ingreep onderdeel uitmaakt van de voor dat diergeneesmiddel voorgeschreven toedieningswijze, voor zover deze handeling niet krachtens een ander wettelijk voorschrift aan anderen is voorbehouden;
- c.
het verlenen van hulp met betrekking tot de geboorte van een vrucht van een dier, daaronder niet begrepen een operatie;
- d.
het verrichten van handelingen ter ondersteuning van een dierenarts tijdens door de dierenarts uit te voeren handelingen met betrekking tot het verwijderen van een vrucht van een dier, respectievelijk onvruchtbaar maken van een dier;
- e.
inbrengen van een injectienaald ten behoeve van het afnemen van bloed.
3.
Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld omtrent de onderwerpen waarop de kwalificatie, bedoeld in het eerste lid ten minste betrekking heeft.
4.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld over de wijze waarop handelingen als bedoeld in het tweede lid worden verricht.