Einde inhoudsopgave
Besluit prudentiële regels Wft
Artikel 36a [Kennisgeving wijziging gegevens]
Geldend
Geldend vanaf 23-03-2023
- Bronpublicatie:
23-01-2023, Stb. 2023, 23 (uitgifte: 27-01-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
23-03-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-03-2023, Stb. 2023, 90 (uitgifte: 22-03-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Verzekeringsrecht / Algemeen
1.
Een bank als bedoeld in artikel 3:29, eerste lid, van de wet met zetel in Nederland die haar bedrijf uitoefent vanuit een in een andere lidstaat gelegen bijkantoor geeft aan de Nederlandsche Bank schriftelijk kennis van een voornemen tot wijziging van de gegevens, bedoeld in artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1151/2014 van de Commissie van 4 juni 2014 tot aanvulling van Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen betreffende de gegevens die moeten worden verstrekt bij de uitoefening van het recht van vestiging en van het vrij verrichten van diensten (PbEU 2014, L 309).
2.
De procedure voor de kennisgeving is:
- a.
indien het bijkantoor is gelegen in een deelnemende lidstaat als bedoeld in artikel 2 van de verordening bankentoezicht, de procedure in artikel 11, vijfde lid, van Verordening (EU) nr. 468/2014 van de Europese Centrale Bank van 16 april 2014 tot vaststelling van een kader voor samenwerking binnen het Gemeenschappelijk Toezichtsmechanisme tussen de Europese Centrale Bank en nationale bevoegde autoriteiten en met nationale aangewezen autoriteiten (PbEU 2014, L 141);
- b.