Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek Boek 8
Artikel 1589 [Vorderingen buiten rechte]
Geldend
Geldend vanaf 01-12-2006
- Bronpublicatie:
02-11-2006, Stb. 2006, 550 (uitgifte: 14-11-2006, kamerstukken: 30365)
- Inwerkingtreding
01-12-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-11-2006, Stb. 2006, 551 (uitgifte: 14-11-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht (V)
Vervoersrecht / Railvervoer
1.
Vorderingen buiten rechte met betrekking tot de vervoerovereenkomst moeten schriftelijk worden ingediend bij de vervoerder tegen wie de rechtsvordering kan worden ingesteld.
2.
Vorderingen buiten rechte kunnen ingediend worden door de personen die gerechtigd zijn rechtsvorderingen in te stellen tegen de vervoerder.
3.
De afzender die een vordering buiten rechte indient, moet de duplicaat-vrachtbrief overleggen. Bij gebreke daarvan moet hij de machtiging van de geadresseerde overleggen of bewijzen dat deze laatste de zaken heeft geweigerd.
4.
De geadresseerde die een vordering buiten rechte indient, moet de vrachtbrief overleggen, indien deze aan hem is afgegeven.
5.
De vrachtbrief, de duplicaat-vrachtbrief en de overige bescheiden die de rechthebbende bij zijn vordering buiten rechte wil voegen, moeten worden overgelegd in origineel of in voorkomend geval op verzoek van de vervoerder, in een naar behoren gewaarmerkt afschrift.
6.
Bij de regeling van de vordering buiten rechte kan de vervoerder de overlegging van het origineel van de vrachtbrief, de duplicaat-vrachtbrief of het remboursbewijs verlangen om er de regeling op te vermelden.