Einde inhoudsopgave
Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers
Artikel 22
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2011
- Bronpublicatie:
15-04-2010, Stb. 2010, 182 (uitgifte: 20-05-2010, kamerstukken: 32310)
- Inwerkingtreding
01-01-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-04-2010, Stb. 2010, 182 (uitgifte: 20-05-2010, kamerstukken: 32310)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Vakgebied(en)
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
1.
Bij de bekendmaking van de beschikking wordt voorlichting gegeven over de procedure en de voor het bezwaarschrift geldende termijn van behandeling.
2.
De beschikking op een aanvrage krachtens artikel 3, eerste lid, onderscheidenlijk de artikelen 14 en 15 voor zover de overleden zeeman geen aanspraken op deze wet heeft doen gelden, wordt gegeven binnen negen maanden na de datum waarop de aanvrage is ingekomen. Indien de Raad ten gevolge van bijzondere omstandigheden niet binnen deze termijn kan beslissen, kan hij eenmaal met ten hoogste acht weken worden verlengd. Van de verlenging doet de Raad schriftelijk mededeling aan de belanghebbende.
3.
De beschikking op een aanvrage krachtens artikel 3, zesde lid, de artikelen 14 en 15 voor zover de overleden zeeman aanspraken op deze wet heeft doen gelden, onderscheidenlijk artikel 21, tweede en derde lid, wordt gegeven binnen dertien weken na de datum waarop de aanvrage is ingekomen. Indien de Raad of de Sociale verzekeringsbank ten gevolge van bijzondere omstandigheden niet binnen deze termijn kan beslissen, kan hij eenmaal met ten hoogste vier weken worden verlengd. Van de verlenging doet de Raad of de Sociale verzekeringsbank schriftelijk mededeling aan de belanghebbende.
4.
Met betrekking tot een aanvrage, bedoeld in het derde lid, die wordt ingediend terwijl een aanvrage, bedoeld in het tweede lid, nog in behandeling is geldt, in afwijking van het derde lid, de termijn die resteert voor de beschikking op de aanvrage, bedoeld in het tweede lid, tenzij de resterende termijn korter is dan de termijn, bedoeld in het derde lid.