Einde inhoudsopgave
Instellingswet Autoriteit Consument en Markt
Artikel 42
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2013
- Bronpublicatie:
28-02-2013, Stb. 2013, 102 (uitgifte: 21-03-2013, kamerstukken: 33186)
- Inwerkingtreding
01-04-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-03-2013, Stb. 2013, 103 (uitgifte: 21-03-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Bestuur
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Besluiten van de raad van bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, het college voor de post- en telecommunicatiemarkt of de Consumentenautoriteit worden na inwerkingtreding van artikel 2 van deze wet aangemerkt als besluiten van de Autoriteit Consument en Markt.
2.
Aanvragen en bezwaarschriften, ingediend bij de Nederlandse Mededingingsautoriteit, het college voor de post- en telecommunicatiemarkt of de Consumentenautoriteit, worden na inwerkingtreding van artikel 2 van deze wet aangemerkt als aanvragen en bezwaarschriften, ingediend bij de Autoriteit Consument en Markt.
3.
In bestuursrechtelijke rechtsgedingen treedt op het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 2 van deze wet de Autoriteit Consument en Markt in de plaats van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, het college voor de post- en telecommunicatiemarkt of de Consumentenautoriteit.
4.
In civielrechtelijke rechtsgedingen treedt op het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 2 van deze wet de Staat in de plaats van het college voor de post- en telecommunicatieautoriteit.
5.
In overeenkomsten treedt op het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 2 van deze wet de Staat in de plaats van het college voor de post- en telecommunicatieautoriteit.
6.
In samenwerkingsprotocollen treedt op het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 2 van deze wet de Autoriteit Consument en Markt in de plaats van de raad van bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, het college voor de post- en telecommunicatiemarkt of de Consumentenautoriteit.
7.
In zaken waarin voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 2 van deze wet aan de Nationale ombudsman is verzocht een onderzoek te doen dan wel de Nationale ombudsman een onderzoek heeft ingesteld naar een gedraging die kan worden toegerekend aan de Nederlandse Mededingingsautoriteit, het college voor de post- en telecommunicatiemarkt of de Consumentenautoriteit, treedt de Autoriteit Consument en Markt op dat tijdstip in de plaats van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, het college voor de post- en telecommunicatiemarkt respectievelijk de Consumentenautoriteit.
8.
Archiefbescheiden van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, het college voor de post- en telecommunicatiemarkt en de Consumentenautoriteit worden overgedragen aan de Autoriteit Consument en Markt, voor zover zij niet overeenkomstig de Archiefwet 1995 zijn overgebracht naar een archiefbewaarplaats.