Einde inhoudsopgave
Paspoortbesluit
Artikel 1.6 Plaatsing van het publiek identificatiemiddel
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
15-10-2020, Stb. 2020, 418 (uitgifte: 04-11-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-11-2020, Stb. 2020, 462 (uitgifte: 24-11-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
Privacy / Bijzondere onderwerpen
Staatsrecht / Nationaliteitsrecht
Burgerzaken / Reisdocumenten
Internationaal publiekrecht / Diplomatiek en consulair recht
1.
Het publiek identificatiemiddel wordt geplaatst op de Nederlandse identiteitskaart in de vorm van een applet op de daarop aangebrachte chip.
2.
De in het eerste lid bedoelde applet bevat de volgende gegevens:
- a.
het burgerservicenummer in versleutelde vorm ten behoeve van authenticatie van de houder van het document in het kader van elektronische dienstverlening als bedoeld in artikel 1, onderdeel s, van de wet en het burgerservicenummer in afgeleide vorm ten behoeve van authenticatie van de houder van het document in het kader van elektronische dienstverlening anders dan als bedoeld in artikel 1, onderdeel s, van de wet;
- b.
de initiële, door Onze Minister verstrekte PIN-code en de CAN-code ten behoeve van beveiligde toegang tot de applet om gebruik van het publieke identificatiemiddel mogelijk te maken;
- c.
een PUK-code waarmee de PIN-code kan worden gedeblokkeerd.