Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Arabische Republiek Egypte
Artikel 15 Geneeskundig onderzoek
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2005
- Bronpublicatie:
27-07-2003, Trb. 2003, 145 (uitgifte: 12-09-2003, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-09-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-09-2005, Trb. 2005, 262 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationale sociale zekerheid / Algemeen
1.
Op het verzoek van het bevoegde orgaan van een Verdragsluitende Partij draagt het bevoegde orgaan van de andere Verdragsluitende Partij zorg voor het uitvoeren van het geneeskundig onderzoek ten aanzien van een uitkeringsgerechtigde of een lid van zijn gezin die respectievelijk dat woont of verblijft op het grondgebied van de laatstgenoemde Verdragsluitende Partij.
2.
Teneinde de arbeidsgeschiktheid van een uitkeringsgerechtigde of een lid van zijn gezin vast te stellen, maakt het bevoegde orgaan van een Verdragsluitende Partij gebruik van de door het bevoegde orgaan van de andere Verdragsluitende Partij verstrekte medische rapporten en administratieve gegevens. Het bevoegde orgaan van de eerstgenoemde Verdragsluitende Partij kan een uitkeringsgerechtigde of een lid van zijn gezin evenwel verzoeken een geneeskundig onderzoek te ondergaan door een arts naar keuze van het orgaan of op het grondgebied waar het bevoegde orgaan is gevestigd.
3.
De uitkeringsgerechtigde of het lid van zijn gezin geeft gehoor aan ieder verzoek zich te melden voor een geneeskundig onderzoek. Indien de betrokken persoon om medische redenen niet in staat is te reizen naar het grondgebied van de andere Verdragsluitende Partij, stelt hij het bevoegde orgaan van die Verdragsluitende Partij daarvan onverwijld in kennis. In dat geval dient hij een medische verklaring over te leggen, afgegeven door een arts die daartoe is aangewezen door het bevoegde orgaan op het grondgebied waarvan hij woont of verblijft. Deze verklaring dient als bewijs van de medische gronden voor de onmogelijkheid te reizen alsmede de verwachte duur daarvan.
4.
De kosten van het onderzoek en, naar gelang van het geval, de uitgaven voor reis en verblijf worden voldaan door het bevoegde orgaan op verzoek waarvan het onderzoek wordt verricht.