Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek Boek 8
Artikel 1060 [Fondsstelling door eigenaar of hulpverlener]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2019
- Redactionele toelichting
Deze wijziging is slechts van toepassing t.a.v. aansprakelijkheid voortvloeiende uit ongevallen die zich na de inwerkingtreding van deze wijziging hebben voorgedaan.
- Bronpublicatie:
22-03-2017, Stb. 2017, 161 (uitgifte: 14-04-2017, kamerstukken: 34622)
- Inwerkingtreding
01-07-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-09-2018, Stb. 2018, 349 (uitgifte: 16-10-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht (V)
Vervoersrecht / Binnenvaart
1.
De eigenaar van een binnenschip en de hulpverlener kunnen door het stellen van één of meer fondsen als bedoeld in artikel 642c van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering hun aansprakelijkheid beperken voor de in artikel 1062 genoemde vorderingen.
2.
Onder eigenaar worden in deze titel mede verstaan de huurder of bevrachter aan wie het schip voor eigen gebruik ter beschikking gesteld wordt, alsmede de exploitant van een schip.
3.
Onder hulpverlener wordt in deze titel een ieder verstaan die werkzaamheden verricht in onmiddellijk verband met hulpverlening, waaronder in deze titel mede worden verstaan de in artikel 1062, eerste lid, onder d, e en f, genoemde werkzaamheden of maatregelen.
4.
Onder binnenschepen worden in deze titel mede verstaan draagvleugelboten, veerponten en kleine vaartuigen, baggermolens, drijvende kranen, elevatoren en alle andere drijvende en verplaatsbare werktuigen, pontons of materiaal van soortgelijke aard, die voldoen aan de in de artikelen 1 en 3 van dit boek ten aanzien van binnenschepen vermelde vereisten.
5.
Een binnenschip in aanbouw wordt voor de toepassing van deze titel mede als binnenschip aangemerkt van het ogenblik af dat de stapelloop aanvangt. Een luchtkussenvoertuig en een schip dat als bouwwerk als bedoeld in de Woningwet wordt aangemerkt, worden voor de toepassing van deze titel niet als binnenschip aangemerkt.
6.
Onder gevaarlijke stof wordt in deze titel en de daarop gebaseerde regelgeving verstaan de stof die als zodanig bij algemene maatregel van bestuur is aangewezen; de aanwijzing kan worden beperkt tot bepaalde concentraties van de stof, tot bepaalde in de algemene maatregel van bestuur te omschrijven gevaren die aan de stof verbonden zijn, en tot bepaalde daarin te omschrijven situaties waarin de stof zich bevindt.