Einde inhoudsopgave
Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied
Artikel 3.1b
Geldend
Geldend vanaf 28-07-2018. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 25-05-2018
- Bronpublicatie:
11-07-2018, Stb. 2018, 247 (uitgifte: 27-07-2018, kamerstukken: 34939)
- Inwerkingtreding
28-07-2018, terugwerkend tot: 25-05-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-07-2018, Stb. 2018, 248 (uitgifte: 27-07-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Aanbestedingsrecht / Speciale sectoren
Aanbestedingsrecht / Algemeen
1.
Onze Minister stelt door middel van het elektronisch systeem van aanbesteden de door de Europese Commissie met inachtneming van de artikelen 52, tweede lid, en 69 van richtlijn nr. 2009/81/EG vastgestelde formulieren beschikbaar voor:
- a.
de vooraankondiging van een opdracht;
- b.
de aankondiging van een opdracht;
- c.
de aankondiging van een opdracht in onderaanneming;
- d.
de aankondiging door middel van een kopersprofiel;
- e.
de aankondiging van een gegunde opdracht;
- f.
rectificatie van een aankondiging;
- g.
de aankondiging, bedoeld in artikel 3.3, eerste lid, onder b,
overeenkomstig het model dat door de Europese Commissie overeenkomstig de in artikel 67, tweede lid, van richtlijn nr. 2009/81/EG bedoelde procedure is vastgesteld.
2.
Op verzoek van de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf wijst Onze Minister de Europese Commissie op gegevens die niet voor publicatie bestemd zijn. Deze gegevens worden niet door middel van het elektronisch systeem van aanbesteden bekendgemaakt.
3.
Onze Minister draagt er zorg voor dat door middel van het elektronisch systeem van aanbesteden de mededelingen, genoemd in het eerste lid, langs elektronische weg ter publicatie worden gezonden aan de Europese Commissie overeenkomstig het model en op de wijze, bedoeld in het derde punt van bijlage VI van richtlijn nr. 2009/81/EG.
4.
Een wijziging van een formulier, bedoeld in artikel 69 van richtlijn nr. 2009/81/EG gaat voor de toepassing van het eerste lid gelden met ingang van de dag waarop het desbetreffende besluit van de Europese Commissie in werking treedt.
5.
Onze Minister is verwerkingsverantwoordelijke.
6.
Onze Minister doet mededeling in de Staatscourant van een besluit als bedoeld in het vierde lid.