Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Republiek Zuid-Afrika inzake sociale zekerheid
Artikel 8 Verificatie van aanvragen en betalingen
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2003
- Bronpublicatie:
16-05-2001, Trb. 2001, 155 (uitgifte: 14-09-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2002, Trb. 2002, 226 (uitgifte: 18-12-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationale sociale zekerheid / Algemeen
1.
Voor de toepassing van dit artikel:
- a.
wordt onder ‘autoriteit’ verstaan een organisatie die betrokken is bij de uitvoering van dit Verdrag en omvat mede:
- i.
bevolkingsregisters;
- ii.
belastingautoriteiten;
- iii.
huwelijksregisters;
- iv.
arbeidsbureaus;
- v.
scholen en andere onderwijsinstellingen;
- vi.
handelsautoriteiten;
- vii.
politie;
- viii.
gevangeniswezen; en
- ix.
immigratiediensten.
- b.
wordt onder ‘informatie’ ten minste verstaan informatie over de uitkeringsgerechtigde of een gezinslid ten aanzien van zijn of haar:
- i.
identiteit;
- ii.
adres;
- iii.
gezinssamenstelling;
- iv.
werk;
- v.
het volgen van scholing;
- vi.
inkomen;
- vii.
gezondheidstoestand;
- viii.
overlijden; en
- ix.
hechtenis.
2.
Met betrekking tot de aanvraag van, of de rechtmatigheid van de betaling van uitkeringen, verifieert het bevoegde orgaan van een Partij, op verzoek van het bevoegde orgaan van de andere Partij, de informatie aangaande de uitkeringsgerechtigde of zijn gezinsleden. Indien nodig dient deze verificatie te worden uitgevoerd door de desbetreffende autoriteiten. Het bevoegde orgaan doet een verklaring inzake de verificatie tezamen met gewaarmerkte afschriften van de relevante stukken toekomen aan het bevoegde orgaan van de andere Partij.
3.
Onverminderd het tweede lid stelt het bevoegde orgaan van een Partij, zonder voorafgaand verzoek en voor zover mogelijk, het bevoegde orgaan van de andere Partij op de hoogte van wijzigingen in de informatie aangaande de uitkeringsgerechtigde of zijn gezinslid.
4.
De bevoegde organen van de Partijen wenden zich rechtstreeks tot zowel elkaar als tot de uitkeringsgerechtigden, hun gezinsleden of hun vertegenwoordigers.
5.
Onverminderd het tweede lid, zijn diplomatieke of consulaire vertegenwoordigers en de bevoegde organen van een Partij gerechtigd zich rechtstreeks te wenden tot de desbetreffende autoriteiten van de andere Partij om het recht op uitkeringen en de rechtmatigheid van betalingen aan de uitkeringsgerechtigden te verifiëren.
6.
De desbetreffende autoriteiten verlenen hun goede diensten en handelen als betrof het de uitvoering van hun eigen wetgeving. De administratieve bijstand die door de desbetreffende autoriteiten wordt verleend is kosteloos. De bevoegde autoriteiten of de bevoegde organen van de Partijen kunnen echter overeenkomen dat bepaalde kosten worden vergoed.