Wet tot veiling van bepaalde verkooppunten van motorbrandstoffen
Artikel 1
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2017
- Bronpublicatie:
23-11-2016, Stb. 2016, 490 (uitgifte: 14-12-2016, kamerstukken: 34443)
- Inwerkingtreding
01-01-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-12-2016, Stb. 2016, 496 (uitgifte: 15-12-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Overheid en privaatrecht
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
doorzet: aantal verkochte liters motorbrandstoffen;
exploitant: natuurlijke persoon of rechtspersoon die een onderneming drijft wier werkzaamheden bestaan of mede bestaan uit de verkoop van motorbrandstoffen;
gebruiksvergoeding: bedrag dat een huurder ieder jaar aan de Staat moet voldoen voor het gebruik van een locatie;
houder van de gegevens: natuurlijke persoon of rechtspersoon die beschikt over gegevens ten behoeve van het biedboek;
huurder: natuurlijke persoon of rechtspersoon die een locatie huurt of in erfpacht heeft van de Staat;
huurovereenkomst: overeenkomst tussen de Staat en een wederpartij, de huurder, die de huurder het recht geeft een locatie te gebruiken voor de vestiging van een verkooppunt van motorbrandstoffen;
kaartliters: aantal liters motorbrandstoffen dat via een merkgebonden kaart is verkocht;
locatie: gedeelte van een verzorgingsplaats, bestemd voor de vestiging van een verkooppunt van motorbrandstoffen;
merkgebonden kaart: kaart waarmee motorbrandstof kan worden getankt van één specifiek merk;
Onze Minister: Onze Minister voor Wonen en Rijksdienst;
verzorgingsplaats: perceel grond dat
- a.
is ingericht met een of meer voorzieningen ten behoeve van de gebruikers van een weg, en
- b.
over het net van wegen die openbaar zijn in de zin van de Wegenwet, met een motorvoertuig slechts is te bereiken via de afrit van de weg naar het perceel.